havo3-nsk1-toets-H4-versie3G

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Een gewichtheffer houdt een gewicht van 800 N "in rust" omhoog. Hoe groot is dan de spierkracht van de gewichtheffer?

1. 0 N
2. 400 N
3. 800 N
4. 1600 N

1. 14,3 N
2. 1372 N
3. 149,8 N
4. kan je met deze gegevens niet berekenen

Welke kracht is verantwoordelijk voor:
a) een steen die omlaag valt?
b) een muntje dat blijft hangen aan een magneet?

Eek kracht van 900 N wordt getekend met een pijl.
De lengte van de pijl is 7,5 cm. Welke krachtenschaal is gebruikt? Noteer berekening

Links wint omdat hij met een grotere kracht trekt.
Wat is de netto kracht naar links?

1. 40 Newton
2. 50 Newton
3. 60 Newton
4. 100 Newton

Aan een veerunster hangt een blokje. Je ziet een afbeelding van de schaalverdeling van de veerunster met aanwijzing.

1. 1,05 N
2. 1,15 N
3. 1,25 N

Op de koorddanser werken twee krachten die elkaar opheffen.

Welke zijn dit ?

1. Kleefkracht, veerkracht
2. Veerkracht, spankracht
3. Spankracht, zwaartekracht
4. Zwaartekracht, luchtweerstand

Wat voor een kracht oefent een expander uit?

1. Spankracht
2. Zwaartekracht
3. Veerkracht
4. Spierkracht

welke krachten werken op afstand?

1. magnetische, spankracht en elektrische kracht
2. magnetische, elektrische en zwaartekracht
3. kleefkracht, veerkracht en spankracht
4. zwaartekracht, wrijvingskracht en veerkracht

In de vorige vraag weegt elke blokje 2 N.
Berken de veerconstant met: c = F : u
Noteer berekening, vergeet de eenheid niet.

De auto rijdt met een constante snelheid.
De weerstand is 400 N
Hoe groot is de kracht van de motor?

1. 0N
2. 200N
3. 400N
4. 800N

Frits staat in een lift op een weegschaal. Als de lift stil staat geeft de weegschaal 80 kg aan.
Wat gebeurt er als de lift snel naar beneden gaat?
Geef hiervoor een verklaring.