H6 Leerdoel 5 A3

Ik kan een hoek tussen twee lijnstukken in een ruimtefiguur berekenen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ik kan een hoek tussen twee lijnstukken in een ruimtefiguur berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Samenstelling van deze les
  • Succescriteria bij het leerdoel
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Werk inleveren
  • Terugblik op het leerdoel


Slide 2 - Tekstslide

Ik kan een hoek tussen twee lijnstukken in een ruimtefiguur berekenen.
Succescriteria
Ik kan een hulpvlak schetsen om daarin de hoek te tekenen. 
Ik kan een rechthoekige driehoek herkennen.
Ik kan een hoek berekenen door een hulplijn te gebruiken.
Ik ken de tangens, sinus en cosinus uit mijn hoofd.
Ik kan een hoek berekenen met de sinus, cosinus of tangens.






Slide 3 - Tekstslide

Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeken in een ruimtefiguur

Stap 1:   Zoek en teken het (diagonaal)vlak waarin de gegeven hoek                      getekend kan worden.                             
Stap 2:  Is de gegeven hoek al te berekenen?
            Lukt dit niet, maak dan gebruik van de stelling van Pythagoras.
Stap 3:  Bereken de hoek. 
           Gebruik de exacte tussenantwoord om de hoek te berekenen.               
           
samen opgave 27

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Noteer eerst de aantekeningen in je schrift.

Maak 28 t/m 31
Let ook op je notatie! 

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.
- Ben je thuis en je komt er echt niet uit? Zet er dan even een kruisje voor en vraag het de eerst volgende les.

Lever op de volgende slide opgave 30a


Slide 6 - Tekstslide


Maak opgave 30a
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!

Slide 7 - Open vraag


Leerdoel 5
Ik kan een hoek tussen twee lijnstukken in een ruimtefiguur berekenen.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 8 - Quizvraag


Schrift controle
Upload een foto van je uitwerkingen van paragraaf 6.5. 
Maak een foto per blz. (indien mogelijk), met een maximum van 5 foto's.

Slide 9 - Open vraag

Voorbeeld: Bereken hoek B

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld: Bereken hoek B

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: Bereken zijde BC

Slide 12 - Tekstslide

Hoe berekenen?

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld: Bereken zijde BC

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld: Bereken zijde BC

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video


Wat is de amplitude?

Slide 18 - Open vraag


Maak opgave 7
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!

Slide 19 - Open vraag

29°
Zijde AB berekenen
tan29=AB18
AB=(tan29)18=32,472...
2=36
dusAB32,5
tan=aosin=socos=sa

Slide 20 - Tekstslide

Hellingshoek en tangens

Slide 21 - Tekstslide

Hellingshoek en tangens

Slide 22 - Tekstslide

Hellingsgetal en hellingshoek (en tangens)
3=26
6=23
2=36

Slide 23 - Tekstslide

Hellingshoek en tangens
Hellingsgetal = 3,1

Slide 24 - Tekstslide

Het hellingsgetal bij een berg
Hellingsgetal

Slide 25 - Tekstslide

Hellingshoek en tangens
Het omgekeerde van de tangens is de inverse tangens. 

Slide 26 - Tekstslide

Hellingsgetal en hellingshoek (en tangens)

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel graden is
de hellingshoek?
Afronden op 1 decimaal

Slide 28 - Open vraag

tan(30)=0,58
Je hebt nu het volgende berekend:
Je hebt een hellingshoek van 30 graden.
Daar hoort een hellingsgetal bij van 0,58. 
Aan het hellingsgetal kan je zien hoe steil de lijn is.
Hellingshoek en tangens

Slide 29 - Tekstslide

Hellingsgetal en hellingshoek (en tangens)

Slide 30 - Tekstslide

Heb je 2 zijden en wil je de hellingshoek weten, dan gebruik je tan-1
Heb je een hoek en een zijde en wil je een zijde weten, dan gebruik je tan
Hellingsgetal en hellingshoek (en tangens)

Slide 31 - Tekstslide

Wat kun je met de tangens?
  • Als je de lengte van de twee rechthoekszijden kent, kun je              de hoek berekenen in º

  • Als je de hoek in º weet en de lengte van 1 rechthoekszijde,            kun je de lengte van de 2e rechthoekszijde berekenen.

Slide 32 - Tekstslide