Herhaling Romeinen

Herhaling Romeinen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Ontstaan Rome




  • 8e eeuw voor Chr. De rivier de Tiber belangrijk voor handel, veel wegen kwamen samen die Griekse kolonies in Zuid-Italië met Noord-Italië verbonden.
  • Rome had zout. Zó belangrijk dat soldaten en ambtenaren een zout-rantsoen meekrijgen. (zout = sal in Latijn, SALaris!)
  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

Slide 2 - Tekstslide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

  • 509 v. Chr.: De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 3 - Tekstslide

Nooit meer een koning! (1)
  • 509 v. Chr.: de Romeinen hadden de Etruskische koning Tarquinius Superbus verjaagd vanwege zijn wreedheid.
  • De monarchie (koninkrijk) werd afgeschaft
  • Rome wordt een republiek
  • Elk jaar kozen de Romeinen twee nieuwe personen als hoogste machtshebbers: consuls
Tarquinius Superbus

Slide 4 - Tekstslide

Patriciërs en plebejers (1)
  • De oude adellijke families die de koning hadden verjaagd, kregen de macht in Rome
  • Adellijke families zaten in de senaat, waren consuls en andere bestuurders en waren rechters en priesters: ze werden patriciërs genoemd. 
  • De rest van het Romeinse volk had nauwelijks invloed. Zij werden plebejers genoemd.
  • De stemmen van plebejers telden minder mee dan die van patriciërs

Slide 5 - Tekstslide

Patriciërs en plebejers (2)
  • Grote verschillen in rijkdom tussen plebejers: de groep bestond uit zo veel verschillende beroepen van rijke handelaar tot arme landarbeider. 
  • Tussen de rijkste plebejers en patriciërs weinig verschil
  • Rijke plebejers vonden het oneerlijk dat zij niet dezelfde rechten hadden als patriciërs
  • 287 v.Chr.: rijke plebejers krijgen dezelfde rechten als patriciërs


Slide 6 - Tekstslide

Patriciërs en plebejers (3)
  • Plebejers kregen zelfs meer  op papier macht dan de patriciërs: Ministens één consul moest plebejer zijn en er kwamen tien volkstribunen om de plebejers te beschermen
  • Een volkstribuun kon alle beslissingen tegenhouden.
  • Patriciërs konden geen volkstribuun worden. Wel belangrijke priesterfuncties
  • Politieke invloed van patriciërs blijft erg hoog vanwege hun rijkdom en aanzien

Slide 7 - Tekstslide


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.


  • Julius Caesar wordt in 45 v. Chr. dictator voor het leven en wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.
  • Één van de leiders van de moordaanslag is Brutus. Hij was eerst heel echt met Caesar, die Brutus als een zoon zag en behandelde.

Slide 8 - Tekstslide


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

Slide 9 - Tekstslide


Pax Romana
27 v. Chr.



  • Met keizer Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)
  • Het rijk breidt zich nog steeds verder uit, maar voorlopig is er tussen de machtigste politieke groepen een soort vrede...  

Slide 10 - Tekstslide

Steden 

  • Elke stad had een forum en badhuizen (thermen), winkels, restaurantjes, amfitheaters, villa’s 
  • Een gemiddelde stad had ongeveer 1000 tot 5000 inwoners
  • Rome 1 miljoen!  
  • Kaarsrechte wegen​
  • Midden in de stad: forum​
  • Gebouwen: markthal, tempels, thermen

Slide 11 - Tekstslide


Romeinen in West-Europa


In alle landen die de Romeinen veroveren, bouwen ze Romeinse gebouwen,
waarvan je er tegenwoordig nog steeds veel kunt bezoeken. Hierdoor zijn
archeologen ook veel te weten gekomen van de Romeinse techniek.

Slide 12 - Tekstslide


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 13 - Tekstslide

Romanisering
  • Het contact tussen de mensen in deze streek en de Romeinen is intensief
  • Dat is ook niet zo vreemd: de Romeinen zijn hier ruim 400 jaar, en door handel en huwelijken worden gebruiken overgenomen.
  • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
  • Zo werd de klassieke cultuur  (grieks-romeinse cultuur) over Europa verspreid.
  • Voor de inheemse elite deed graag mee met de Romeinen. Dat leverde status en rijkdom op. Ze gingen steeds meer romaniseren,  bijvoorbeeld door het dragen van toga's. 
Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 14 - Tekstslide

Bataafse Opstand
  • In Nederland was er een bondgenootschap tussen de Romeinen en de Bataven. Er woonden ook andere volken in Nederland. 
  • De volken in Nederland begonnen de Romeinen zat te worden vanwege de belastingen en ze komen in opstand
  • In 69 n. Chr. sluiten de Bataven onder leiding van Julius Civilis zich bij die opstand aan. 
  • De Bataven winnen eerst (Trajectum werd door brand verwoest), maar uiteindelijk worden ze een jaar later verslagen en kregen ze voortaan toezicht van een Romeins leger. 


De samenzwering van Julius Civilis, geschilderd door Rembrandt van Rijn

Slide 15 - Tekstslide

De derde eeuw 
  • 200-300  n.chr.:  veel doden door epidemieën (ziekten) => met minder mensen daalt de productie en handel.
  • Daardoor minder belasting inkomsten => minder soldaten aan de grenzen.
  • De Romeinse schatkist raakte leeg.
  • Tussen 235 en 284 waren er meer dan vijftig keizers! Dit zorgt voor veel onrust...


Slide 16 - Tekstslide


Machtsstrijd


  • Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
  • Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.






Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 17 - Tekstslide

Diocletianus (1)
Keizer Diocletianus (284 - 305) neemt strenge maatregelen: 
  1. Boeren mogen niet zonder toestemming verhuizen.
  2. Romeinse jeugd moet hetzelfde beroep als hun vader gaan doen.
  3. Ambtenaren worden aangesteld om meer te controleren (poging om weer orde aan te brengen in het rijk)

Deze maatregelen waren bedoeld om de belastingen weer op orde te brengen.

Slide 18 - Tekstslide

Diocletianus (2)
Om besturen makkelijker te maken wordt het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst (395):
  • Eén keizer in het westen + hulpkeizer. West-Romeins Rijk met als hoofdstad > Rome.
  • Eén keizer in het oosten + hulpkeizer. Oost-Romeins Rijk met als hoofdstad > Constantinopel.

Slide 19 - Tekstslide

Probleem: Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 20 - Tekstslide

De Hunnen


  • De Hunnen zijn een stam uit Azië. 
  • Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. 
  • Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...

Slide 21 - Tekstslide

Grote Volksverhuizing: 3e eeuw - 5e eeuw


  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.

Slide 22 - Tekstslide

Het West-Romeinse Rijk valt
476



  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 23 - Tekstslide