Hoofdstuk 7 Les 2 Fasen van klantgedrag 7.7-7.10

Welkom
'

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige lessen
Klanttypen: 
De runshopper ,De funshopper ,De sociale klant ,De kritische klant ,De trouwe klant ,De hybride klant ,Klantgedrag online

Cialdini:
Wederkerigheid,Commitment en consistentie,Sociale bewijskracht,Sympathie,Autoriteit,Schaarste

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag

Je kunt  2 fases van het verkoopgesprek benoemen en herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 fasen van het verkoopgesprek
Begroeten
Observeren
Aanspreken (koopwens onderzoeken)
Het gesprek (tonen en demonstreren)
De afronding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begroeten
De voordelen van begroeten zijn:

  • Je maakt een eerste inschatting van de klant. Kijkt hij terug of kijkt hij juist weg?
  • Je laat zien dat je geïnteresseerd bent in de klant.
  • Als je een oprechte glimlach laat zien, dan laten de klanten die vaak ook zien.
  • Je laat zien dat je bereid bent om te helpen.
  • Je verkleint de kans op diefstal.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren
Per verkoopsysteem verschilt de reden om te observeren:
  • Bij een zelfbedieningssysteem observeer je de klant om te kunnen bepalen of je hem ergens mee kunt helpen. Dat zie je wanneer de klant bijvoorbeeld langdurig bij een vak staat.
  • Bij een bedieningswinkel observeer je de klant om informatie over hem te verzamelen, zodat je straks goed je verkoopgesprek in kunt gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij observeren
  • De eerste indruk is bepalend.
  • Pas op voor vooroordelen.
  • Pas op voor het halo-effect en het horn-effect.

Benader elke potentiële klant op een gelijkwaardige manier. Observeer om erachter te komen wat de behoeftes zijn van de klant.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methoden
  • Observeren op afstand. (Observeren op afstand doe je vooral voor onderzoeksdoeleinden)
  • Participerend observeren.  Participerend observeren doe je vooral in je rol als verkoper, bijvoorbeeld tijdens een verkoopgesprek. 
  • Gestructureerde observatie.  duidelijk doel voor ogen. Een gestructureerde observatie pas je toe voor onderzoeksdoeleinden.
  • Ongestructureerde observatie. Dit pas je toe als het moment er om vraagt. Als eerste verkoper of verkoopspecialist zul je het vaakst op deze manier observeren.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanspreken
Wanneer spreek je de klant aan?
Hoe je spreek je de klant aan?
Jezelf presenteren
Koopwens onderzoeken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer
inspringmoment
bij bediening



Blijf beleefd, ook al is de klant dat niet.
Spreek altijd netjes en duidelijk.
Kijk de klant aan als je tegen hem praat.
Zeg ‘u’ (en mevrouw/meneer) tegen (onbekende) volwassen klanten en ‘jij’ tegen kinderen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe je spreek je de klant aan?
Dit hangt samen met:

  • de leeftijd van de klant (een volwassene spreek je anders aan dan een kind)
  • bekendheid met de klant (een onbekende klant spreek je anders aan dan een bekende)
  • drukte in de winkel (als er veel klanten in de winkel zijn, kun je minder aandacht aan hen besteden dan wanneer het rustig is)
  • verbale en non-verbale signalen van de klant

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf presenteren
  • een verzorgd uiterlijk, 
  • beleefd taalgebruik
  • open professionele houding.

Je moet vertrouwen uitstralen en geloofwaardig overkomen.
 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koopwens onderzoeken
Gerichte aankoop

De vergelijkende en oriënterende klant: koopwensonderzoek. (open vragen):
Koopmotief, Luisteren, Actief luisteren.

Slide 13 - Tekstslide

wat de klant wil kopen. Dit noem je de koopwens.


Opgaven maken
Maken opgaven 
10 minuten, 
dan nakijken en verder
 met presentatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gesprek
  • Trechtertechniek
  • Soorten vragen
  • Tonen en demonstreren
  • Informeren en adviseren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De trechtertechniek

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Open vragen
Gesloten vragen en meerkeuzevragen
Indirecte vragen
Cocktailvragen
Suggestieve vragen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen

Begint met wie, wat, waarom, etc. (kan je niet met ja/ nee beantwoorden)
Voordeel:
Levert veel informatie op.
Klanten kunnen hun verhaal kwijt.
Nadeel:
Kost soms veel tijd.
Levert niet altijd bruikbare informatie op.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gesloten of meerkeuzevragen
Voordeel:
Het gaat snel.
Nadeel:
Informatie waar je niet om vraagt, krijg je ook niet.
Klanten kunnen het als dwingerig ervaren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte vragen
 de vraag eindigt niet met een vraagteken

Voorbeelden van indirecte vragen:
  • Loopt u even mee, we gaan deze kant op.
  • Ik kan het voor u inpakken.
Voordeel:
  • Je stuurt het gesprek.
  • Je kunt de klant sneller verleiden om een keuze te maken.
Nadeel:
  • Niet iedereen snapt een indirecte vraag.
  • Niet iedereen reageert op een indirecte vraag.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cocktailvragen
 meerdere vragen tegelijk

Voordeel:
  • Kan fijn zijn voor een klant, want er zit altijd wel een vraag tussen die hij makkelijk kan beantwoorden.
Nadeel:
  • Kan verwarrend zijn voor de klant. Welke vraag moet hij als eerste beantwoorden?


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suggestieve vragen
 als je in je vraag een mening of oordeel geeft.

Voordeel:
  • Je kunt het gesprek sturen.
  • Je kunt het enthousiasme van de klant sturen.
Nadeel:
  • Als de klant een andere mening heeft, zal hij dat niet zo snel zeggen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het juiste moment om als verkoper een klant te gaan helpen?
A
verkoopgesprek
B
klantenbinding
C
inspringmoment
D
koopmotief

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Zit de broek goed?" is een voorbeeld van een:
A
Suggestieve vraag
B
Open vraag
C
Gesloten vraag
D
Cocktailvraag

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan ik u ergens mee helpen, bent u op zoek naar iets speciaals of wilt u liever even rondkijken? Dit is een...
A
cocktailvraag
B
open vraag
C
directe vraag
D
gesloten vraag

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee kan ik u helpen? Dit is een....
A
gesloten vraag
B
open vraag
C
suggestieve vraag
D
cocktailvraag

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is observeren?
A
Bewust en onbewust alles om je heen bekijken
B
Bewust en doelgericht kijken naar gedrag
C
Onbewust kijken naar iemand

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren =
A
Kijken
B
Luisteren
C
Voelen
D
Toetsen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdrachten maken: 
boek 2017
boek 2021
26
15
28
16
29
16c

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde 
les

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies