LOB les 8

LOB Les 8
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LOB Les 8

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Speeddates
Feedback: wat is dat? En hoe werkt het?
Eigenaarschap: wat is dat?
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Speeddates
Let op!! Volgende week speeddate! 
Heb je je nog niet aangemeld? Ga dat snel doen.....

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat feedback betekent
- Je weet wat de feedbackregels zijn en hoe je feedback geeft
- Je weet wat eigenaarschap is

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Feedback
Feedback is een boodschap over het handelen of gedrag van een ander. Als je met anderen samenwerkt, ontkom je er niet aan om feedback te geven of om feedback te ontvangen. Anderen vinden iets van jouw handelen of gedrag. En jij vindt iets van het gedrag of handelen van een ander. Feedback kan zowel positief als negatief zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Feedback
Feedback geven, is niet altijd makkelijk, maar wel voor een deel aan te leren.
- Op de goede manier
- De ik-vorm
- Op de juiste manier, op het juiste moment

Slide 9 - Tekstslide

Op de goede manier
Als een collega altijd een flauw grapje maakt over jou als er collega’s bij zijn, kun je hier erg boos om worden. Je zegt bijvoorbeeld: ‘Wat ben jij een irritant, je moet me altijd voor gek zetten als er anderen bij zijn.’
In dit geval benoem je niet wat jouw gevoel erbij is. Ook onderbouw je je feedback niet met feiten. ‘Altijd’, zoals in het voorbeeld, is geen feit. Drie keer deze week bijvoorbeeld, is wel een feit. Je collega irritant noemen is een waardeoordeel. Je geeft geen feedback op het gedrag, maar op de persoon.

Slide 10 - Tekstslide

De ik-vorm
De ik-vorm kan je helpen je boodschap beter over te brengen. Als je zegt: ‘Ik vind het vervelend dat je deze week al drie keer een flauwe grap over mij hebt gemaakt in het bijzijn van collega’s, je kwetst me daarmee’, heb je een ik-boodschap geformuleerd. Je noemt je gevoel, je noemt feiten en het gedrag en je geeft geen waardeoordeel.

Slide 11 - Tekstslide

Op de juiste manier, op het juiste moment
Als je iemand feedback wilt geven, moet je dat doen op het juiste moment. Wacht niet drie weken met het geven van feedback op een voorval. De ander is het dan misschien al vergeten. Doe het snel. En doseer je feedback. Houd het bij dat ene punt. Ga de collega die de grapjes maakt, niet vertellen wat hij verder allemaal nog verkeerd heeft gedaan. Wees beleefd en vraag of de ander het gedrag herkent. Als je goede feedback geeft, krijg je misschien voor elkaar wat je wilt. 

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen met casus
Schrijf op wat er (niet) goed ging
Geef tips mee!

Slide 13 - Tekstslide

Casus: Wat gaat er (niet) goed?
De vakantieroosters voor de medewerkers van een beschermde woonvorm moeten worden gemaakt. Elk jaar zorgen Daan en Willie dat ze het schema als eerste ingevuld hebben. Luuk is er nooit zo snel mee en hij krijgt vaak de weken die over zijn. Meestal vindt hij dit niet zo erg, maar dit jaar wel. Met wat vrienden gaat hij een grote reis maken en het is al een heel gepuzzel om passende weken te vinden. Daan en Willie zijn niet erg bereid om te schuiven. Luuk ergert zich eraan, zeker aan Willie. Die zorgt er ook altijd al voor dat ze de beste diensten heeft. Het gesprek tussen Daan, Willie en Luuk escaleert. Luuk is woedend en kan zich niet inhouden: ‘Wat ben jij een ontzettende egoïst’, zegt hij tegen Willie. ‘Je houdt nooit rekening met een ander, je denkt altijd alleen maar aan jezelf. Dit jaar de beste vakantieweken inpikken, vorig jaar en dat jaar ervoor ook al. Lekker bezig zeg, altijd de beste roosters. Geen wonder dat je nooit een vriend krijgt.’

Slide 14 - Tekstslide

Nabespreken casus
Wat ging er goed?
Welke tips kan jij meegeven?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide