2.1: Economische verschillen tussen Mexico en de VS

1.2: Economische verschillen VS - Mexico
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.2: Economische verschillen VS - Mexico

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Met welke indicatoren kun je economische
verschillen tussen landen meten?

Slide 3 - Woordweb

Economische verschillen meten

Alle inkomens optellen: aantal inwoners
= BNP per hoofd of BBP per hoofd

Let op: Verschil BNP / BBP!

Engels: GDP per capita
(Gross Domestic Product)

Slide 4 - Tekstslide

Geef een reden waarom het BNP per hoofd
minder geschikt is om economische verschillen
tussen landen aan te tonen.

Slide 5 - Open vraag

Nadelen BNP/hoofd
Nadelen van het meten van welvaart door middel van het BNP per hoofd:

- Het is een gemiddelde; er kan een kleine, zeer rijke groep zijn
- Het kan regionaal verdeeld zijn
- Het meet geen koopkracht 
- De informele sector wordt niet meegenomen


Slide 6 - Tekstslide

Overige indicatoren:
- Inkomensongelijkheid (hoe is het inkomen verdeeld over de bevolking)


- BBP naar koopkracht (zie bron 1, p. 11)

- Verdeling beroepsbevolking (primaire, secundaire & tertiaire sector) (zie bron 2, p. 11)

Slide 7 - Tekstslide

Verbind de juiste afbeeldingen/landen met Centrum, Semi-Periferie en Periferie
Centrum
Semi-Periferie
Periferie
Nederland
Mexico
VS
Brazilië
Nicaragua
Niger
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 8 - Sleepvraag

Landen indelen op basis van welvaart:
Centrum: Rijke landen, veel mensen werken in tertiaire (diensten) sector

Semi-Periferie: Landen met grote secundaire (industrie) sector, groeiende tertiaire en krimpende primaire sector. 

Periferie: Arm, afhankelijk van andere landen, veel mensen werken in de primaire sector.

Slide 9 - Tekstslide

Geef voorbeelden van
landen in de periferie

Slide 10 - Woordweb

Geef voorbeelden van landen
in de semi-periferie

Slide 11 - Woordweb

Huiswerk:
Zie magister

Slide 12 - Tekstslide

EINDE. Lezen en maken t/m 1.2
Lezen en maken t/m 1.2

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link