H12 Erfelijkheid en evolutie

H12 Erfelijkheid en evolutie
Hoe worden eigenschappen doorgegeven van ouders op kinderen?
Hoe ontwikkelen soorten zich?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12 Erfelijkheid en evolutie
Hoe worden eigenschappen doorgegeven van ouders op kinderen?
Hoe ontwikkelen soorten zich?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

12.1 eigenschappen doorgeven

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maak een kruisingsschema voor deze ouders
(BB x Bb)
Genotype:                                       Kruisingsschema:
Moeder: BB
Vader: Bb

Slide 11 - Tekstslide

Met de informatie uit de afbeelding hieronder kan nu het genotype van de F2 generatie worden bepaald. Vul het kruisingsschema in.
 
Moeder
Vader
H
H
h
h
Hh
Hh
HH
hh

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Lichaamschromosomen
Iedereen (vrouw en man) heeft 2 allelen van elk gen op een lichaamschrosoom
Geslachtsschromosomen: Vrouwen hebben 2 allelen van genen op X-chromosomen  en mannen maar 1.

Slide 14 - Tekstslide

12.2 Het zit in de familie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Stambomen
Stambomen

  • Met een stamboom kun je zien hoe een erfelijke eigenschap in je familie wordt doorgegeven. 

  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen

Slide 22 - Tekstslide

Nummer 5 en 6 in de stamboom zijn beiden heterozygoot voor het gen dat taaislijmziekte veroorzaakt. Ze krijgen nog een dochter.
Hoe groot is de kans dat deze dochter geen taaislijmziekte heeft?

Sleep het vinkje naar het goede antwoord.



0%
25%
50%
75%
100%

Slide 23 - Sleepvraag

12.3 Soorten veranderen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

In de afbeelding zie je de evolutionaire stamboom van zowel een aantal uitgestorven als nu nog levende katachtigen. Zet de soorten in de juiste volgorde van ontstaan. Zet de soort die het langst geleden is ontstaan links.
Leeuw
Proailurus lemanensis
Sabeltand-tijger

Slide 27 - Sleepvraag

4) Aan welke groep zijn de gorilla’s
het meest verwant volgens de stamboom? Geef aan met X
apen van de nieuwe wereld
apen van de oude wereld
aan de chimpansees
aan de gibbons
aan de halfapen
aan de orang-oetans
X

Slide 28 - Sleepvraag

Volgens de evolutie ontstaan er in de loop van de tijd verschillen tussen organismen. Bij het ontstaan van grote verschillen worden ze ingedeeld in aparte groepen. In de stamboom van informatie 1 geven de cijfers 1, 2 en 3 het ontstaan van zulke aparte groepen aan.
In welke volgorde in de tijd zijn deze splitsingen in aparte groepen ontstaan volgens de gegevens in de stamboom? 
1 - 2 - 3 
3 - 2 - 1
3 - 1 - 2 
2 - 1 - 3 
2 - 3 - 1 
1 - 3 - 2 

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

12.4 Evolutie van de mens

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide