2.4 Bij welke groep hoor je?

Noem een voorbeeld van een generatieconflict
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Noem een voorbeeld van een generatieconflict

Slide 1 - Open vraag

Wat is internalisatie?
A
Gedrag aanleren van je ouders
B
Genderneutraal gedrag
C
Gedrag automatiseren zonder dat je erbij nadenkt
D
Gedrag doen vanuit de groep

Slide 2 - Quizvraag

2.4 Bij welke groep hoor je?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan vertellen wat identificatie en groepsidentificatie is
Je kan vertellen waar er groepsgevoel ontstaat
Je kan vertellen wat sociale cohesie is

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is je beste vriend/vriendin je beste vriend/vriendin?

Slide 5 - Open vraag

Groepsgevoel:
Identificatie
je herkent bepaalde kenmerken van jezelf in een ander.

Groepsidentificatie:
je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonte hebt hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Plaats:
De plaats waar je woont of vandaan komt kan zorgen voor een groepsgevoel.

Denk aan die keer dat je Nederlanders tegenkomt in het (verre) buitenland.
Voel je je meteen verbonden?


Slide 7 - Tekstslide

De Achterhoek

Slide 8 - Tekstslide

Een Achterhoekse Woordenschat Test

Slide 9 - Tekstslide

Wat is moes?
A
witlof
B
stamppot
C
boerenkool
D
Een koolmees

Slide 10 - Quizvraag

Wat is krange?
A
ziek
B
binnenste buiten
C
kater
D
wind

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent leuchten
A
het bliksemt
B
iets legen
C
je hart luchten
D
een tukkie doen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is pröttel
A
appels
B
aardappelen
C
het pruttelen van een pan op het gasfornuis
D
rommel

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een bolle?
A
een stier
B
een bierglas
C
een wijnglas
D
een beer, een mannetjes varken

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een huulbessem?
A
een huilebalk
B
een watje
C
een stofzuiger
D
een bezem

Slide 15 - Quizvraag

Geloof:
Je voelt je verbonden aan de mensen die hetzelfde geloven en naar dezelfde kerk, moskee, tempel of synagoge gaan.

Slide 16 - Tekstslide

Ik geloof:
✝️
☪️
🕉
✡️
☸️

Slide 17 - Poll

Belangen of problemen:
Als je hetzelfde wilt of het zelfde probleem hebt, dan schept dit een band.


Slide 18 - Tekstslide

Smaak of interesse:
Wanneer je samen dezelfde interesse of hobby hebt schept dit een band.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Ik of wij!?
We worden steeds meer een individu en steeds minder deel van een groep. Dit proces noemen we individualisering. 

Als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen dan noem je dat sociale cohesie, er is dan een sterk wij-gevoel. In een individuele samenleving zijn mensen vrijer, maar is de eenzaamheid ook steeds groter.

Slide 22 - Tekstslide

Noem de vier onderdelen hoe je een groepsgevoel kan krijgen?

Slide 23 - Open vraag

Leerdoelen
Je kan vertellen wat identificatie en groepsidentificatie is
Je kan vertellen waar er groepsgevoel ontstaat
Je kan vertellen wat sociale cohesie is

Slide 24 - Tekstslide

Maken:
H.2.4 ''Bij welke groep hoor jij?"


Tentamen inplannen

Slide 25 - Tekstslide