In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
B2 Transport in planten
- Houtvaten en bastvaten
- Wateropname
- Waterpotentiaal
- Huidmondjes
Slide 1 - Tekstslide
Welke vaten zijn verantwoordelijk voor de anorganische sapstroom?
A
bastvaten
B
houtvaten
Slide 2 - Quizvraag
Welke onderdelen vervoeren organische stoffen?
A
bastvaten
B
houtvaten
Slide 3 - Quizvraag
Wat is juist?
A
B
C
A
A: Houtvaten
B: Bastvaten
C: Parenchym
B
A: Bastvaten
B: Parenchym
C: Houtvaten
C
A: Houtvaten
B: Parenchym
C: Bastvaten
D
A: Bastvaten
B: Houtvaten
C: Parenchym
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is plakkerig
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Huidmondjes
Regelen verdamping
Afname turgor sluitcellen door watertekort zorgt voor vormverandering waardoor huidmondje dicht gaat
Kan ook onder invloed van licht en CO2
Slide 16 - Tekstslide
Waterpotentiaal
Osmotisch potentiaal wordt negatiever met meer opgeloste stoffen (er is dan minder "vrij water")
Osmotische waarde net andersom
Drukpotentiaal wordt positiever met hogere turgordruk
Water beweegt naar het meest negative waterpotentiaal
Waterpotentiaal van zuiver water is 0
Slide 17 - Tekstslide
In het voorjaar is het anders
--> suikers gaan omhoog via de houtvaten
Slide 18 - Tekstslide
transport in houtvaten gebeurt door
A
luchtverversing, capillaire werking en worteldruk
B
verdamping, capillaire werking en worteldruk
C
verdamping, capillaire werking en wortels
D
verdamping, capillairen en worteldruk
Slide 19 - Quizvraag
Op een zomerse dag met veel wind neemt de plant meer water op dan normaal. Waardoor
A
Meer zuigkracht van de bladeren
B
Meer worteldruk
C
Meer capillaire werking
D
Geen van allen
Slide 20 - Quizvraag
Het transport van water, dat een boom uit de grond heeft opgenomen, stopt als de boom zijn bladeren laat vallen. Welke kracht valt weg door het ontbreken van de bladeren?
A
capillaire werking
B
worteldruk
C
verdamping
D
adhesie
Slide 21 - Quizvraag
Welke proces is geen belemmering voor de wateropname van een plant?
A
Een schimmelinfectie in de houtvaten
B
Gesloten huidmondjes
C
Doorgesneden bastvaten
D
Een hoge osmotische waarde in het grondwater
Slide 22 - Quizvraag
Een pantoffeldiertje neemt water op door osmose. Waar is de waterpotentiaal dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is waterpotentiaal gelijk
Slide 23 - Quizvraag
En waar is de osmotische waarde dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is osm. waarde gelijk
Slide 24 - Quizvraag
Als een wortel (peen) in het voorjaar zijn eerste bladeren krijgt. Hoe wordt de suiker dan vervoerd?