H6.2 Internationale contacten

6.2 Internationale contacten
Lesboek p. 90 - 91

Leerdoelen par. 6.2

Uitleg par. 6.2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.2 Internationale contacten
Lesboek p. 90 - 91

Leerdoelen par. 6.2

Uitleg par. 6.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 6.2
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van de globalisering is op Nederland, in het bijzonder op de in- en uitvoer.
  • Je kunt uitleggen hoe Nederland dankzij de Europese Unie veel contacten heeft op Europese schaal.
  • Je kunt het belang van landbouw, industrie en diensten in de export van Nederland uitleggen.
  • Je kunt de betekenis van onder andere de volgende begrippen uitleggen: globalisering, Europese integratie, eurozone en dienstensector.

Slide 2 - Tekstslide

Globalisering
Steeds grotere uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie heet globalisering.

Dit komt op gang door de keuze van  bedrijven voor de beste /
     goedkoopste productielocatie.

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering

Slide 4 - Tekstslide

De Europese Unie
Er zijn steeds meer contacten op wereldschaal en op Europese schaal.
De 27 landen van de Europese Unie werken heel nauw samen op het gebied van vrede en welvaart.

Binnen de EU geldt vrij verkeer van goederen, mensen en geld en overal gelden dezelfde wetten en regels. Hierdoor ontstaat een grote eenheid binnen Europa: Europese integratie.


Slide 5 - Tekstslide

Eurozone
In Europa hebben 18 landen de euro, ze vormen de eurozone.
Klopt dit nog steeds?
Inmiddels bestaat de eurozone uit 19 EU-lidstaten (Litouwen is er in 2015 bijgekomen). Ook zijn er EU-lidstaten buiten de eurozone.

Slide 6 - Tekstslide

Wie hoort er niet bij?

Slide 7 - Tekstslide

Welk land weg?
België - Denemarken - Noorwegen - Portugal
  • Noorwegen is geen lidstaat van de EU.

Denemarken - Frankrijk - Italië - Nederland
  • Denemarken behoort niet tot de eurozone.

Slide 8 - Tekstslide

Internationale bedrijven
Door globalisering en Europese integratie kunnen Nederlandse bedrijven goed aan het buitenland verkopen.

De landbouw levert belangrijke veeteeltproducten zoals kaas en melkpoeder en tuinbouwproducten zoals bloemen en groenten.

Internationale bedrijven
Door globalisering en Europese integratie kunnen Nederlandse bedrijven goed aan het buitenland verkopen.

De landbouw levert belangrijke veeteeltproducten zoals kaas en melkpoeder en tuinbouwproducten zoals bloemen en groenten.
Welke vormen van landbouw zijn er?
  • akkerbouw, waaronder ook tuinbouw
  • veeteelt
  • bosbouw

Slide 9 - Tekstslide

Internationale bedrijven
Industrie: vooral hightechproducten. Deze producten worden gemaakt met het toepassen van hoogstaande technische kennis. Kennis is de grondstof van producten in de elektronica, automatisering, laboratoriumtechnologie en medische apparaten.

Dienstensector: bedrijven die handelen, financiële diensten leveren en kennis leveren aan het buitenland.
1, 2, 3
Er zijn drie soorten werk:
  • primaire sector: bijvoorbeeld landbouw en winning van delfstoffen
  • secundaire sector: industrie (en ambacht)
  • tertiaire sector: diensten

Slide 10 - Tekstslide

In welke sector werkt jouw vader en/of moeder of verzorger?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen paragraaf 6.2

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk

Lezen/leren paragraaf 6.2
op p. 90 - 91

Slide 13 - Tekstslide

6.2 Internationale contacten


Maken opdrachten par. 6.2

Slide 14 - Tekstslide