Powercollege 9_Welvaart

Pc9_Welvaart
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Pc9_Welvaart

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de drie middelen zijn die je kunt gebruiken om welvarender te worden.
  • Je weet wat het begrip welvaart betekent en waarom er schaarste is.
  • Je weet wat zelfvoorziening is.
  • Je kan 3 redenen opnoemen waarom niet iedereen even welvarend is.
  • Je weet waar men in Nederland het welvarendste is.
  • Ik weet wat nivellering is en hoe de Nederlandse overheid dit creëert.




Slide 2 - Tekstslide

Welvaart:
  • De welvaart in een land geeft aan hoeveel mensen de spullen kunnen kopen die ze willen hebben. 
  • Hoe welvarender een land is hoe meer mensen de dingen kunnen kopen en gebruiken die ze willen kopen en gebruiken.  

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn dingen die jij wil hebben/kopen maar niet kunt betalen?

Slide 4 - Open vraag

Hoe zou jij welvarender kunnen worden?
  • Je kunt meer gaan werken en daardoor extra geld verdienen.
  • Je kunt zelf dingen leren maken.
  • Je kunt welvarender worden door meer middelen te krijgen. Middelen zijn manieren waarmee jij spullen kunt krijgen.
  • Voorbeelden van middelen zijn:
  • Geld
  • Bezittingen, waar je geld mee kunt verdienen (tweede huis of een stuk grond)
  • Tijd

Slide 5 - Tekstslide

We kunnen niet alles krijgen wat we willen hebben. Dit komt doordat:
  • Er simpel weg niet genoeg spullen zijn om iedereen te geven wat ze willen hebben.
  • Dit noemen we Schaarste. 
  • Wanneer er ergens een tekort van is er schaarste. 
  • Alle spullen waar je geld voor betaalt zijn schaars.  

Slide 6 - Tekstslide

Wat is niet schaars?
A
Drinkwater
B
Zeewater
C
Schoonzand
D
Zand van een strand

Slide 7 - Quizvraag

Niet iedereen is even rijk en welvarend: 
  • Hoe komt dit?
  • Sommige mensen hebben een betere baan, dan andere mensen en verdienen simpel weg meer.
  • Sommige mensen hebben veel geld van ouders of andere connecties gekregen en hebben dit goed geïnvesteerd.
  • Sommige mensen zijn handiger en kunnen meer dingen zelf maken dan andere mensen.  
  • Wanneer iemand zelf producten maakt die hij/zij wil hebben noemen we dit zelfvoorziening 

Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van zelfvoorziening

Slide 9 - Open vraag

Doordat niet iedereen even veel kan, slim is of veel heeft geërfd is het verschil tussen arm en rijk  groot
  • Als de overheid niks doet wordt het verschil tussen rijke en arme mensen alleen maar groter.
  • Slimmere, brutale en handige mensen zullen namelijk veel meer geld weten te krijgen dan de domme, verlegen en onhandige mensen. 
  • Om het verschil tussen arm en rijk klein te houden doet de overheid aan Nivellering.
  • De overheid maakt het verschil tussen arm en rijk kleiner door de rijke mensen in procenten meer belasting te laten betalen dan de armere mensen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat kan de overheid nog meer doen aan nivellering?
A
Ze kunnen de rijke mensen subsidie geven
B
Ze kunnen de arme mensen uitkering geven
C
Ze kunnen de btw verhogen
D
Ze kunnen alle belastingen afschaffen

Slide 11 - Quizvraag

Welvaart in Nederland
  • Mensen in randstad hebben weinig welvaart door de super hoge huizenprijzen daar.
  • In Groningen zijn er geen grote steden in de buurt, waardoor werk vinden voor Groningers lastig is.
  • Mensen in Drenthe  zitten centraal en kunnen makkelijk reizen naar steden. Samen met de relatief lage woonprijzen maakt dit de provincie welvarend, samen met andere oostelijke provincies. 

Slide 12 - Tekstslide