K3 2H Lektion 2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Guten Tag!

Was machen wir heute?

Ziele:  specifieke info vinden, weten wanneer je du of Sie gebruikt.

• Hausaufgaben korrigieren + machen (30 Min.)
• Hören (15 Min.)
  
• Beendung der Stunde (5. Min.)
• Eventuell Logo! (15 Min.)

Hausaufgaben machen

Machen: Aufgabe 1 bis 10

Lesen: Seite 108 bis 114

Lernen:
Seite 140

Aufgabe 3

Luister naar fragment Im Restaurant

Lees mee op blz. 116

Opdracht: vul in wie wat bestelt!

Aufgabe 6

Luister naar fragment Mein Lieblingsessen

Lees mee op blz. 119

Opdracht: beantwoord de vragen!

De 1e en 4e naamval

Er zijn twee groepen:

Bij de DER-Gruppe horen de bepaalde lidwoorden (der, die, das) en dies- (dit/deze), jed- (ieder-/elk-), manch- (sommig-), solch-(zulk-), all- (alle) en welch- (welk-).

Bij de EIN-Gruppe horen ein- (een), kein- (geen) en de bezittelijke voornaamwoorden: mein-(mijn), dein-(jouw), sein-(zijn), ihr-(haar), euer/eure (jullie), ihr-(hun) en Ihr-(uw).

Zinsontleding

De naamvallen hebben met zinsontleding te maken. Er zijn 4 naamvallen.

- het onderwerp staat in de 1e naamval 

- het meewerkend voorwerp staat in de 3e naamval

- het lijdend voorwerp staat in de 4e naamval

- de 2e naamval geeft een bezit aan

Zinsontleding (vragen stellen)

Zinsontleding (HIJ/HEM regel)

Hausaufgaben

Machen: Aufgabe 1 bis 7

Lesen: Seite 115 bis 120

Lernen: Seite 140+141

Was ist es?

Warum schauen wir es?

Was habe ich gesehen?

Was habe ich gehört?

Worum ging es?

www.logo.de