H15.3 Eenparig versneld

VERSNELD & VERTRAAGD
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

VERSNELD & VERTRAAGD

Slide 1 - Tekstslide

Eerst weer even herhalen...
Welk soort beweging zie je?
Zet de juiste soort naast het plaatje.
timer
0:30
eenparig
versneld
vertraagd

Slide 2 - Sleepvraag

Een voetganger loopt 2 m/s.
Hoe hard loopt hij in kilometer per uur?
timer
0:30
A
0,56 km/h
B
2 km/h
C
7,2 km/h
D
10 km/h

Slide 3 - Quizvraag

vul in:
grootheid
symbool
eenheid
symbool
snelheid
s
seconde
a
meter per seconde
versnelling
m/s2
m/s
afstand
tijd
v
t
meter
meter per seconde per seconde
s
m

Slide 4 - Sleepvraag

15.3 Eenparig versneld
Lesdoelen:
1. De afgelegde afstand van een eenparig versnelde beweging (met of zonder beginsnelheid) berekenen.

2. De snelheid na een bepaalde tijd berekenen v.e. eenparig versnelde beweging.

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis
Kun jij een voorbeeld noemen wanneer jouw snelheid gelijkmatig toenam ?

Slide 6 - Tekstslide

Afgelegde afstand
Deze bereken je met:
s  = vgem x t

vgem = (vb+ve)/ 2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De snelheid neemt elke seconde met 2 m/s toe. De versnelling is dus 2 m/s2.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Valbeweging
Op aarde valt een voorwerp met een versnelling van 9,8 m/s2.
Deze moet je afronden naar 10 m/s2 bij examens.
Voor de valversnelling wordt de letter g i.p.v. de a gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld valversnelling
Een steen valt uit je hand in een ravijn.
Bereken de snelheid na 1s, 2s, en 3s in m/s en km/h

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld valbeweging
Geg: g = 10 m/s2      t = 1 s

Gevr: ve

Opl:  Ve = vb + g x t
ve = 0 = 10 x1 = 10 m/s
ve = 10 x 3,6 = 36 km/h

Slide 16 - Tekstslide

Belang lesdoel
Versnelling worden vaker vermeld bij sportauto's.....
De versnelling moet je vaak bij examens uitrekenen, net als de afgelegde afstand.

Slide 17 - Tekstslide

Controle lesdoel
1. Teken het v,t en s,t diagram van een eenparig versnelde beweging.
2.a. Noteer de formule voor de versnelling
2.b. Schrijf deze formule om zodat je de formule voor de eindsnelheid krijgt.

Slide 18 - Tekstslide

Controle lesdoel
1. Teken het v,t en s,t diagram van een eenparig versnelde beweging.


Slide 19 - Tekstslide

Controle lesdoel
2.a. Noteer de formule voor de versnelling


a=t(vevb)

Slide 20 - Tekstslide

Controle lesdoel
2.b. Schrijf deze formule om zodat je de formule voor de eindsnelheid krijgt.

ve=vb+at

Slide 21 - Tekstslide

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2


a.
Bereken de snelheid na 3 seconden.  

b. Bereken de gemiddelde snelheid in die 3 seconden  

c. Bereken de afgelegde afstand na 3 seconden. 

Slide 22 - Tekstslide

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2


a.
Bereken de snelheid na 3 seconden.  
v eind = v begin + a .t
v eind = 0 + 3,2 . 3
v eind = 9,6 m/s 


Slide 23 - Tekstslide

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2

b. Bereken de gemiddelde snelheid in die 3 seconden  

v gem = (v begin + v eind) / 2
v gem = (0 + 9,6) / 2
v gem = 4,8 m/s

Slide 24 - Tekstslide

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2

c. Bereken de afgelegde afstand na 3 seconden
s = v gem . t
s = 4,8 . 3
s = 14,4m

Slide 25 - Tekstslide

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Na 2 seconden trekt hij zijn parachute open. Je mag de luchtweerstand gedurende de eerste twee seconden verwaarlozen. 

a. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 1 seconde.
b. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 2 seconden.

Slide 26 - Tekstslide

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Na 2 seconden trekt hij zijn parachute open. Je mag de luchtweerstand gedurende de eerste twee seconden verwaarlozen. 

a. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 1 seconde.

V e = v b + a.t 
 v e = 0 + 10 . 1 
 v e = 10 m/s

Slide 27 - Tekstslide

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Na 2 seconden trekt hij zijn parachute open. Je mag de luchtweerstand gedurende de eerste twee seconden verwaarlozen. 

b. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 2 seconden.
v e = v b + a . t 
 v e = 0 + 10 . 2 
 v e = 20 m/s

Slide 28 - Tekstslide

STOPAFSTAND BEPALEN ...

Slide 29 - Tekstslide


Reactietijd - tijd voordat je de rem intrapt
Reactie-afstand - afstand in de reactietijd afgelegd
Remweg - afstand dat je eenparig vertraagd

Stopafstand = reactie-afstand + remweg

Slide 30 - Tekstslide

Stopafstand
Een grotere snelheid zorgt voor een
toename in remweg en reactie-afstand.

Stopafstand = oppervlakte 
                         onder (v,t)-diagram

Slide 31 - Tekstslide