les verbes+ voc pg 128 HAVO 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

vul verder aan :
Présent
Tu (pouvoir)

1. peut
2. peux

Vul verder aan :
passé composé
J'ai (être)

1. été
2. eu

les vêtements

Vervoeg être :

Vervoeg aller :

Wat is het voltooid deelwoord van pouvoir?

Wat is het voltooid deelwoord van vouloir?

onregelmatige werkwoorden

Hoe vertaal je 'uitgeven' in het Frans?

1. appeler
2. essayer
3. dépenser

Hoe vertaal je 'die verjaardag'?

Vul aan met het juiste aanwijzend voornaamwoord:
..... centre commercial

1. cet
2. ce
3. ces

Vul aan
passé composé van regarder
Nous .... .....

Hoe vertaal je 'ik heb gehad' ?

1. J'ai été
2. eu
3. J'ai eu

Vertaal 'bientôt'

1. Tot ziens
2. Binnenkort
3. Laten we gaan!

Vertaal 'meerdere'

1. En plus
2. Quelque chose
3. Plusieurs

Vervoeg avoir:

Wat is de juiste uitgang bij ils/elles?

1. -ont
2. -ant
3. -ent

Wat is de juiste uitgang bij 'tu' ?

1. -s
2. -es
3. -e

Vertaal 'de gympen'

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord

1. Cet amie
2. Cette amie