3 vmbo gt 5.2 Zenuwcellen en Zenuwen

Ik ken de onderdelen van ons centrale zenuwstelsel
Ik weet hoe het zenuwstelsel werkt.
Ik ken de bouw en onderdelen van zenuwcellen
Ik ken de verschillen tussen gevoelszenuwen, bewegingszenuwen en schakelcellen
Je hebt je B-boeken nodig!
Tekstboek bladzijde 10 en 11
werkboek bladzijde 9 tm 13
Biologie
Tekstboek bladzijde 10 en 11
werkboek bladzijde 9 tm 13 
opdracht 6 tot en met 12
Tekstboek bladzijde 10 en 11
werkboek bladzijde 9 tm 13
opdracht 6 tot en met 12
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik ken de onderdelen van ons centrale zenuwstelsel
Ik weet hoe het zenuwstelsel werkt.
Ik ken de bouw en onderdelen van zenuwcellen
Ik ken de verschillen tussen gevoelszenuwen, bewegingszenuwen en schakelcellen
Je hebt je B-boeken nodig!
Tekstboek bladzijde 10 en 11
werkboek bladzijde 9 tm 13
Biologie
Tekstboek bladzijde 10 en 11
werkboek bladzijde 9 tm 13 
opdracht 6 tot en met 12
Tekstboek bladzijde 10 en 11
werkboek bladzijde 9 tm 13
opdracht 6 tot en met 12

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel (CZS)?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen van zoogdieren bevatten tussen de 100 miljoen en 100 miljard hersencellen, afhankelijk van het soort zoogdier. Elke dierlijke zenuwcel bestaat uit een cellichaam, dendrieten en een axon. Het cellichaam bevat het cytoplasma, een stroperige vloeistof, en de celkern. De axon is een uitloper van het cellichaam die vaak onderweg nog vertakt en eindigt bij de zenuwuiteinden. Dendrieten zijn uitlopers van het cellichaam die boodschappen van andere zenuwcellen ontvangen. De contactpunten waar de ene zenuwcel met de andere communiceert zijn de synapsen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De lengte van zo’n axon kan variëren van een millimeter tot ongeveer een meter of meer. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feitjes
  • De hersenen zijn opgebouwd uit 86 miljard zenuwcellen en 1000 miljard gliacellen
  • Iedere zenuwcel kan met ongeveer 5.000 andere zenuwcellen verbinding maken
  • De hersenen wegen ongeveer 1 – 1.5 kg, dit is slechts twee procent van ons lichaamsgewicht (je huid weegt ongeveer twee keer zoveel)

Slide 19 - Tekstslide

https://herseninstituut.nl/brainfacts/gliacellen/ 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feitjes
  • Ondanks het gewicht gebruiken de hersenen maar liefst 20% van alle zuurstof die we opnemen en zelfs 30% van de energie die we tot onze beschikking hebben
  • Je brein kan geen pijn voelen
  • De hersenen bevatten maar liefst 60% vet
  • Je brein bepaalt in 13 milliseconden (0,013 seconden) of iemand aantrekkelijk is of niet

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies