Het voltooid deelwoord (vd) geeft vaak aan dat een handeling is
afgerond (= voltooid). Het voltooid deelwoord maakt meestal deel uit van het gezegde.
Er staat dan altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden:
– Tijdens de vakantie heeft Julia bij een boerderij gekampeerd.
– Vorig jaar is Mehmet naar Turkije gevlogen.
– Op het scoutingkamp worden veel activiteiten georganiseerd.