Begeleidende vaardigheden: Communicatie les 2 LLBZ

COMMUNICATIE
Les 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

COMMUNICATIE
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Vandaag
Korte les over Communicatie
Op het rooster heet dit vak Begeleidende Vaardigheden

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag leer je.. 
  • Wat non verbale en verbale communicatie is
  • Wat externe en interne ruis is

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij
communicatie?

Slide 5 - Woordweb

Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.


Bij communicatie gaat het om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hulpmiddelen als e-mail, internet etc.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Dirk zegt tegen collega Jamila: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'



Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 8 - Tekstslide

Verbaal
Je maakt iets duidelijk met taal: woorden en zinnen
Non-verbaal
Je maakt iets duidelijk zonder taal. Bijv. kussen, een hand geven, knipogen, houding, gebaren, enz.

Slide 9 - Tekstslide

Problemen door ruis
Ruis omvat alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren. 

  • Interne ruis
  • Externe ruis

Slide 10 - Tekstslide

Verbale communicatie

Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie

Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.

  • Bewust: Bijv.: zwaaien
  • Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen

Slide 11 - Tekstslide

De koning van de non-verbale communicatie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Noem zoveel mogelijk manieren waarop je non verbaal kunt communiceren.

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Wat is het verschil tussen Film fragment
A en B?

Slide 16 - Woordweb