W2 Persoonlijke Verzorging Les 3.4 - F20 ADL

W2 Persoonlijke Verzorging
ADL
Les 3.4
16-3 t/m 20-3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

W2 Persoonlijke Verzorging
ADL
Les 3.4
16-3 t/m 20-3

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- 2.8 Lichamelijk welbevinden

- Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

"Gezond"
Het is een veelgebruikt woord, maar wat betekent het?
 
  • Gezondheid is een toestand van totaal lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekte. 

    Dit betekent dus dat je je op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied goed voelt.

Slide 3 - Tekstslide

Symptomen
Objectieve symptomen : ziekteklachten die voor een ander waarneembaar zijn. (bijvoorbeeld Koorts, waarneembaar met een thermometer)

Subjectieve symptomen: ziekteklachten die voor een ander niet waarneembaar zijn. Het gaat hierbij om wat iemand voelt.
(bijvoorbeeld Hoofdpijn)

Slide 4 - Tekstslide

ADZ
Veelvoorkomende, niet-ernstige gezondheidsproblemen worden ook wel algemene dagelijkse ziekten genoemd:

hoofdpijn;buikpijn; misselijkheid
keelpijn en keelontsteking;
griep en verkoudheid; bronchitis; 
diarree;obstipatie; blaasontsteking; 
rugpijn;
 oorpijn; 
oogontsteking

Slide 5 - Tekstslide

Lichaamsgewicht
Een goed, bij lichaamslengte en lichaamsbouw passend gewicht, kan veel ellende voorkomen. Een te hoog of te laag lichaamsgewicht heeft een aantal nadelen.

Te hoog lichaamsgewicht(Obesitas): hart- en vaatziekten en diabetes type 2 (suikerziekte); hoge bloeddruk, galstenen of gewrichtsaandoeningen

Te laag lichaamsgewicht(Ondervoeding): weinig weerstand (sneller ziek), veel minder energie en stoornissen (uitblijven van menstruatie)

Slide 6 - Tekstslide

Lichaamsgewicht
Om te bepalen of iemand overgewicht heeft gebruiken we BMI
(Body Mass Index)
Met BMI kan je berekenen of je boven het "ideale gewicht" zit, voor jou lengte.

BMI = Lengte x Lengte --> Gewicht : (lengte x lengte)
Een BMI tussen 18 en 25 is normaal

Slide 7 - Tekstslide

Eetstoornissen
Ondervoeding kan een gevolg zijn van een eetstoornis. Iemand die ondervoed is hoeft niet per se een eetstoornis te hebben.

Eetstoornis: Stoornis met als kenmerk een abnormaal eetpatroon.
De meest bekende zijn: anorexia nervosa & bulimia nervosa

Anorexia (voluit anorexia nervosa) is een eetstoornis die vooral bij jonge meisjes voorkomt. Maar ook steeds vaker bij mannen! --> iemand die aan anorexia lijdt, wordt beheerst door een extreme angst om dik te worden

Bulimia nervosa
is een ziekte waarbij de betrokkene niet in staat is de drang tot eten te controleren. --> Enorme eetbuien wisselen zich af met een drang tot afvallen (of in ieder geval niet aankomen)

Slide 8 - Tekstslide

Slaap-Waakritme
  • Mensen rusten uit door middel van slapen
  • Slaap is nodig om te herstellen van -->
    geestelijke en lichamelijke inspanning

Slide 9 - Tekstslide

Slaap-Waakritme
Slaap tekort --> Zorgt ervoor dat je wat humeurig en moe kan zijn

Langdurig slaaptekort --> Slapeloosheid of Insomnia
Dit heeft gevolgen voor je dagelijkse functioneren.

Een slaapstoornis:
vaak of altijd problemen met het inslapen of doorslapen.

Slide 10 - Tekstslide

Slaap-Waakritme
Slaapstoornissen:
Doorslaapstoornis -> Telkens 's nachts wakker worden en niet doorslapen
Slaapapneu(syndroom) -> kortdurende ademhalingsstilstand tijdens slaap
Restless legs -> tijdens slapen trappende bewegingen maken met benen

Waarom is restless legs een stoornis?

Slide 11 - Tekstslide

Slaap-Waakritme
1. Sluimerfase
De sluimerfase is de overgangsfase tussen waken en slapen. De oogbeweging wordt trager. Je hebt moeite je ogen open te houden en valt uiteindelijk in slaap. De hersenactiviteit neemt langzaam af.
2. Lichte slaap
In deze fase begint de slaap, maar deze is nog heel licht. Je wordt niet meer van elk geluid wakker, maar je kan makkelijk gewekt worden.

3. Diepe slaap
Dit is de fase van de echte, diepe slaap. Ademhaling en hartritme dalen tot het laagste ritme. Als je uit deze slaap gewekt wordt, ben je gedesoriënteerd en heb je tijd nodig om je te realiseren waar je bent. Deze fase zorgt voor fysiek herstel.

4. Droomslaap (REM-slaap)
In deze fase zijn er snelle oogbewegingen (Rapid Eye Movement) en is er sprake van grote hersenactiviteit. Spieren zijn volledig ontspannen. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig
2.8 Lichamelijk welbevinden.

Af?
Je mag beginnen 1.4 Ziekten en aandoeningen
(Tip: lees eerst de theorie, het is namelijk heel veel)

Slide 13 - Tekstslide