MCAWIS lj2 dt1 week 2 - Evy

Wiskunde

1 / 41

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

1. Herhalen vorige week

2. Machten

3. Wetenschappelijke notatie

4. Oefenen

5. Samen afsluiten

Doelen:
- Je kan rekenen met machten

- Je kan een getal noteren in de wetenschappelijke notatie

Begrippen:
Macht, exponent, grondtal, wetenschappelijke notatie

Slide 2 - Tekstslide

Starten met wiskunde: Metastarters (blz. 15 uit Formatief evalueren in elke les)

Werken met leerdoelen: Leerdoelen WWW (blz. 17 uit Formatief evalueren in elke les)

Afsluiten van de les: Elke stem telt (blz. 31 uit Formatief evalueren in elke les)

Vorige week

Wat hebben we ook alweer gedaan?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

+ x + =

+ x - =

- x + =

- x - =

+ : + =

+ : - =

- : + =

- : - =

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitkomst heeft:
-6 kwadraat

-12

-36

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitkomst heeft:
(-4) kwadraat

-8

-16

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

235.089,71
Welke waarde heeft de 5 in dit getal?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitkomst heeft

\sqrt ​ 121 ​ ​ ​

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Paragraaf 1.4: Machten en wetenschappelijke notatie
Paragraaf 1.5: Volgorde van bewerkingen
Paragraaf 1.H: Wortels optellen en aftrekken
Wortels vermenigvuldigen
Wortels vereenvoudigen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Machten

In plaats van 5 x 5 x 5 x 5 schrijf je

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Machten

In plaats van 5 x 5 x 5 x 5 schrijf je 5⁴.

Je spreekt 54 uit als: vijf tot de vierde macht of

vijf tot de vierde.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Machten

In plaats van 5 x 5 x 5 x 5 schrijf je 5⁴.

Je spreekt 54 uit als: vijf tot de vierde macht of

vijf tot de vierde.

Bij 54 heet 5 het grondtal en 4 de exponent.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Machten

2^{​ 4 ​ ​} =

= 3 \times 3 \times 3 =

4^{​ 5 ​ ​} =

= 1000

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Wetenschappelijke notatie

Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen.

dan kan je het getal op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Wetenschappelijke notatie

Duizend 1 000

Miljoen 1 000 000

Miljard 1 000 000 000

Biljoen 1 000 000 000 000

Biljard 1 000 000 000 000 000

1 0^{​ 3 ​ ​}

1 0^{​ 6 ​ ​}

1 0^{​ 9 ​ ​}

1 0^{​ 12 ​ ​}

1 0^{​ 15 ​ ​}

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Wetenschappelijke notatie

getal

tussenstap

Wetenschappelijke notatie

300 000

3 x 100 000

3 x 10⁵

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

en altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a, b \times 1 0^{​ c ​ ​}

a

b

c

1, 0 \times 1 0^{​ 2 ​ ​}

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

en altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a, b \times 1 0^{​ c ​ ​}

a

b

c

1, 0 \times 1 0^{​ 2 ​ ​} = 1, 0 \times 100

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

en altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a, b \times 1 0^{​ c ​ ​}

a

b

c

1, 0 \times 1 0^{​ 2 ​ ​} = 1, 0 \times 100 = 100

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiskunde

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

1. Herhalen

2. Wortels optellen/aftrekken

3. Wortel vermenigvuldigen

4. Oefenen

5. Wortels vereenvoudigen

6. Samen afsluiten

Doelen:
- Je kan de wetenschappelijke notatie gebruiken

- Je kan de rekenvolgorde met alle bewerkingen toepassen

- Je kan rekenen met wortels

Begrippen:

Slide 21 - Tekstslide

Starten met wiskunde: Metastarters (blz. 15 uit Formatief evalueren in elke les)

Werken met leerdoelen: Leerdoelen WWW (blz. 17 uit Formatief evalueren in elke les)

Afsluiten van de les: Elke stem telt (blz. 31 uit Formatief evalueren in elke les)

wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
1000

1, 0 \times 1 0^{​ 4 ​ ​}

1, 0 \times 1 0^{​ 3 ​ ​}

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
12500

1, 3 \times 1 0^{​ 3 ​ ​}

1, 3 \times 1 0^{​ 4 ​ ​}

1, 3 \times 1 0^{​ 5 ​ ​}

1, 3 \times 1 0^{​ 6 ​ ​}

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
9999

9, 9 \times 1 0^{​ 3 ​ ​}

1, 0 \times 1 0^{​ 4 ​ ​}

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Herhalen

2^{​ 3 ​ ​} \times 5 =

(5 - 2)^{​ 4 ​ ​} =

(2^{​ 3 ​ ​} + 3)^{​ 2 ​ ​} =

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de bewerkingen naar de goede plek

eerst

laatst

( )

x²

√

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Wortels optellen en aftrekken

Regel:

Je kunt gelijksoortige (zelfde getal onder de wortel) wortelvormen bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Wortels optellen en aftrekken

Regel:

Je kunt gelijksoortige (zelfde getal onder de wortel) wortelvormen bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken

\sqrt ​ 2 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ =

3 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ + 2 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ =

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Wortels vermenigvuldigen

Voor het vermenigvuldigen van wortels geldt de rekenregel:

getallen onder de wortel met elkaar vermenigvuldigen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Wortels vermenigvuldigen

Voor het vermenigvuldigen van wortels geldt de rekenregel:

getallen onder de wortel met elkaar vermenigvuldigen

\sqrt ​ 2 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ =

2 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ \times 4 \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ =

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Oefenen

Vraag?

1. Boek/Its

2. Overleg met je buur

3. Vraag Evy

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg §1.H Wortels vereenvoudigen

Zorg dat je de wortels waar helen uitkomen goed kent:

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

Je zoekt nu een vermenigvuldiging van twee wortels waar

uit komt. Eén van de twee moet uit de lijst van wortels komen waar helen uit komen.

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels vereenvoudigen

Wortels herschrijven (herleiden):

Bijvoorbeeld:

\sqrt ​ 32 ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

\sqrt ​ 16 ​ ​ ​ \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \times \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \times \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

2 \sqrt ​ 8 ​ ​ ​

4 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week

~~Herhalen vorige week~~

~~Uitleg nieuwe leerstof~~

Aan de slag

Slide 40 - Tekstslide

Starten met wiskunde: Metastarters (blz. 15 uit Formatief evalueren in elke les)

Werken met leerdoelen: Leerdoelen WWW (blz. 17 uit Formatief evalueren in elke les)

Afsluiten van de les: Elke stem telt (blz. 31 uit Formatief evalueren in elke les)

Aan de slag

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MCAWIS lj2 dt1 week 2 - Evy

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

grote en kleine getallen in de wetenschappelijke notatie kopie

wortels en machten

klas 2 1.3.2

klas 2 deeltaak 1 week 3.1

Procenten

MCAWIS dt2 lj2 week 3 les 2

MCAWIS lj2 dt1 week 2 les 2

Herhalen hoofdstuk 1 (2H)