Basisstof 5: Mutaties + Basisstof 6: Biotechnologie

Thema 2: DNA
Basisstof 5: Mutaties
Basisstof 6: Biotechnologie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: DNA
Basisstof 5: Mutaties
Basisstof 6: Biotechnologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 5 en 6
  • Aan het werk
  • Verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Bij weefselkweek worden hormonen toegevoegd waardoor de cellen andere organen vormen, zoals wortels.
Op welke wijze veroorzaken plantenhormonen differentiatie van cellen tot wortelcellen?
A
Ze beïnvloeden in cellen de expressie van bepaalde genen.
B
Ze bevorderen de deling van cellen.
C
Ze laten cellen de benodigde voedingsstoffen opnemen.
D
Ze stimuleren de cellen tot opslag van reservestoffen.

Slide 3 - Quizvraag


Slide 4 - Open vraag


A
DNA
B
Eiwit
C
RNA

Slide 5 - Quizvraag


A
Deze bevat een unieke nucleotidenvolgorde
B
Deze bevat unieke codons
C
Deze bevat unieke nucleotiden

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Verschillende typen mutaties beschrijven;
  • Verschillende uitwerkingen van mutaties beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Mutaties
Een mutatie is een plotselinge verandering van het DNA.
  • Er ontstaat een verandering in de nucleotidevolgorde.

Puntmutatie: verandering in één nucleotidepaar
  • Vervanging (substitutie)
  • Verwijdering (deletie)
  • Toevoeging (insertie)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Genoommutatie
Bij een genoommutatie verandert het aantal chromosomen in een cel. 
Kan doordat:
  • Bij meiose I een paar chromosomen bij elkaar blijft.
  • Bij meiose II twee chromatiden bij elkaar blijven. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken van mutaties
Mutagene invloeden vergroten de kans op mutaties:
  • Straling (röntgen, UV)
  • Mutagene stoffen (bijv: stoffen in tabaksrook)
  • Virussen

Slide 12 - Tekstslide

DNA-reparatie
Enzymen sporen beschadigingen op en repareren deze.
  • Wel DNA-replicatie, maar nog geen reparatie? 
  • Tumorsupressorgen legt de celcyclus stil

Slide 13 - Tekstslide

Effecten van mutaties
Lichaamscellen
  • Meestal geen effect, kan leiden tot kanker.
Geslachtscellen/cellen van embryo/bevruchte eicel
  • Grote gevolgen
Afhankelijk van soort gen

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan van kanker
Proto-oncogenen coderen voor eiwitten die celgroei en -differentiatie stimuleren.
  • Door mutatie in proto-oncogenen en tumorsuppressorgenen kan een cel zich ongeremd gaan delen.
  • Proto-oncogen wordt een oncogen en zet de cel aan tot abnormaal snelle groei. Een tumor ontstaat.

Slide 15 - Tekstslide

Tumoren
Goedaardige tumor
  • Wel hele snelle celgroei, geen verstoring van weefsels, geen uitzaaiingen.
Kwaadaardige tumor
  • Hele snelle celgroei, verstoring van weefsels, uitzaaiingen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Biotechnologie
Biotechnologie: technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.
  • Genetische modificatie: DNA van organismen veranderen;
  • Transgeen/GGO: Een organisme met DNA van een ander organisme

Slide 18 - Tekstslide

Recombinant DNA-techniek
DNA van een organisme inbrengen bij een ander organisme, waardoor de nucleotidevolgorde wijzigt.
  • Bacteriën worden vaak gebruikt i.v.m. plasmiden

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Genetische modificatie met virussen
Virussen gebruiken gastheercellen voor de voortplanting.
DNA-keten wordt gevormd langs RNA, dit wordt gebruikt voor het isoleren van genen.
  • RNA wordt geïsoleerd uit cellen die veel van het gewenste eiwit maken;
  • Er wordt enkelstrengs DNA gevormd, die wordt verdubbeld.
  • Het copyDNA (cDNA) bevat alleen het gewenste gen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Maak de opdrachten volgens de planner (thema 1 en 2)
Hoe: Fluisteren met je buur
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek/BINAS, overleg met je buur. Steek anders je vinger op.
Klaar: Nakijken en verbeteren
Uitkomst: Thema 1 is af, thema 2 t/m basisstof 6

Slide 23 - Tekstslide