Over gedichten limerick/ronddeel/acrostichon

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen (2 minuten)
  • Leeskwartiertje (15 minuten)
  • 'Over gedichten' via LessonUp (30 minuten)
  • Creatieve opdracht (25 minuten)
  • Toetscijfer lezen uitdelen (bespreken doen we morgen!)
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen (2 minuten)
  • Leeskwartiertje (15 minuten)
  • 'Over gedichten' via LessonUp (30 minuten)
  • Creatieve opdracht (25 minuten)
  • Toetscijfer lezen uitdelen (bespreken doen we morgen!)

Slide 1 - Tekstslide

Mededelingen
Leesflexuur
Elke donderdag het 9e uur


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen (2 minuten)
  • Leeskwartiertje (15 minuten)
  • 'Over gedichten' via LessonUp (30 minuten)
  • Creatieve opdracht (25 minuten)
  • Toetscijfer lezen uitdelen (bespreken doen we morgen!)
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

THEMA
Over gedichten

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

GEDICHTEN:
- Je weet wat een gedicht is
- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet;
- Je kunt zelf een limerick/ronddeel/acrostichon schrijven.

Slide 5 - Tekstslide





Wat zijn gedichten?









Gedichten

Slide 6 - Tekstslide

GEDICHTEN

Slide 7 - Tekstslide

Geschiedenis gedichten

Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm.

Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij  beter onthouden en het brengt
meer spanning in de manier van vertellen.



Slide 8 - Tekstslide

Gedichten

- Een gedicht valt vooral op door de vorm: de regels zijn korter dan in een verhaal (proza), de regels worden niet vol geschreven.


- Een regel in een gedicht bestaat soms maar uit enkele woorden. Het is vaak erg wit rondom een gedicht.



Slide 9 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:


  1. Lees het gedicht.
  2. Kijk welke zinnen met elkaar rijmen.
  3. Geef elke rijmende zin dezelfde letter, begin met a.





Slide 10 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






a

a

b

b

c

c

Slide 11 - Tekstslide

GEPAARD RIJM

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos








jij bent alles waar ik van hou






a

a

b

b


Slide 12 - Tekstslide

GEKRUIST RIJM

Voorbeeld:

Nu stap je dan de wereld binnen

als kindje teer en klein

je avontuur kan gaan beginnen

hoe zal jouw leventje zijn?







jij bent alles waar ik van hou






a

b

a

b


Slide 13 - Tekstslide

OMARMEND RIJM

Voorbeeld:

Valentijn is fijn

maar elke dag

bij het zien van jouw glimlach

is gelukkig zijn







jij bent alles waar ik van hou






a

b

b

a


Slide 14 - Tekstslide

SLAGRIJM

Voorbeeld:

Misschien heeft iemand op een dag

terwijl hij in een strandstoel lag 

en wapperende vlaggen zag,

gedacht: 'hij zag' rijmt op 'die vlag'.

Ik maak een rijm en noem het een slag.






jij bent alles waar ik van hou






a

a

a

a

a

Slide 15 - Tekstslide

VERSPRINGEND RIJM

Voorbeeld:

Maar de rand was eraf. Al zijn linnen

was gerafeld en grauw.

Hij keek blij en boos

blikten mieren en wormen en spinnen

door een gat in zijn mouw

maar verdrietig en loos.











a

b

c

a

b

c

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Dit is een...
A
blank vers
B
rijmgedicht

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
abcabc
B
ababacac
C
aabbaacc

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
aabb ccbb
B
abab acac
C
aabbaacc
D
abcb abcb

Slide 22 - Quizvraag

Soorten gedichten

Er zijn verschillende soorten gedichten.


Jullie gaan nu kennismaken met drie verschillende soorten gedichten.


Limerick - ronddeel - acrostichon

Slide 23 - Tekstslide

UITLEG ELFJE

Een elfje is een gedicht van elf woorden die in vijf regels geschreven zijn.  

Regel 1: Eén beginwoord

Regel 2: Twee woorden

Regel 3: Drie woorden

Regel 4: Vier woorden

Regel 5: Eén woord, in de vorm van  een conlusie, uitroep of oplossing




Slide 24 - Tekstslide

ELFJE

Fiets

Is niets

In deze stad

Hij wordt steeds gejat

Triest



Slide 25 - Tekstslide

ELFJE

Tijger
Kijkt scherp

Kan goed zoeken

Hij grijpt het dier

Hap




















Slide 26 - Tekstslide

UITLEG HAIKU

Een rijmloos gedicht van drie regels met een vast aantal lettergrepen heet een haiku.

De zeventien lettergrepen zijn verdeeld over drie regels.

De eerste regel heeft 5 lettergrepen.

De tweede regel heeft 7 lettergrepen.

De derde regel heeft 5 lettergrepen.



Slide 27 - Tekstslide

HAIKU

de kat ligt op schoot

ik begin braaf te aaien

zo zet je hem aan

              (Kees van Kooten)



Slide 28 - Tekstslide

HAIKU

Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond


(Basho)

Slide 29 - Tekstslide

UITLEG LIMERICK

Een limerick bestaat uit vijf regels.

In de eerste regel staat altijd een plaatsnaam.

Een limerick heeft vaak een grappige inhoud.

Het rijmschema is AABBA. 

Het aantal lettergrepen per regel staat vast.

Slide 30 - Tekstslide

UITLEG LIMERICK

Regel 1:           9 lettergrepen

Regel 2:           9 lettergrepen

Regel 3:           5 lettergrepen

Regel 4:           5 lettergrepen

Regel 5:           9 lettergrepen



Slide 31 - Tekstslide

LIMERICK

Er was eens een cobra uit Made

Die wilde zijn accu opladen

Hij nam toen de gok

En brak uit zijn hok

Maar werd toch gepakt voor zijn daden

Slide 32 - Tekstslide

LIMERICK

Er was eens een vrouw uit Abcoude

Die graag op wat kattenvoer kauwde

Maar o wat een lol

Na zes blikken vol

Ze praatte niet meer, maar ze miauwde

Slide 33 - Tekstslide

Welkom M1f!
We starten met lezen, dus pak je boek!

Slide 34 - Tekstslide

UITLEG RONDDEEL

In een ronddeel worden hele regels herhaald.

Het gedicht telt 8 regels.

Regel 1, 4 en 7 zijn gelijk.

En regels 2 en 8 zijn ook gelijk.

Je hoeft eigenlijk maar vijf verschillende zinnen te bedenken.


Slide 35 - Tekstslide

RONDDEEL

 1. O, was ik maar onze kat

2. Lekker opgekruld slapen op een kussen

3. Hij hoeft niet op de fiets door een plensbui

4. O, was ik toch maar onze kat

5. Nooit in een stinkend regenpak

6. En nooit naar school

7. O, was ik maar onze kat

8. Lekker opgekruld op een kussen

Slide 36 - Tekstslide

UITLEG ACROSTICHON

Een naamgedicht is leuk en heel persoonlijk. 

Het begint met een naam.

De letters van de naam staan onder elkaar.

Elke letter is het begin van een (bij de naam of persoon) passende dichtregel, waardoor en flitsend gedicht ontstaat.



Slide 37 - Tekstslide

ACROSTICHON

Daar ligt ze

O zo mooi

O zo prachtig

Rozen om haar heen

Nu komt de prins

Redder in nood

O zo snel

O zo stoer

Sterk met zijn zwaard

Ja daar wijkt de haag

En dan ...de kus



Slide 38 - Tekstslide

NAAMGEDICHT

Nu schrijf ik

Alle letters

Allemaal onder elkaar

Maat, of rijm, of vorm

Doen eventjes niet mee

Ik knutsel totdat elke regel

Cool klinkt zoals ik het wil

Het wordt dan haast vanzelf

Toch een mooi gedicht



Slide 39 - Tekstslide


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 40 - Quizvraag


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 41 - Quizvraag


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 42 - Quizvraag


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Schrijf een gedicht
Opdracht:
  1. Schrijf een limerick/ronddeel/acrostichon. 
  2. Versier het blad, passend bij jouw gedicht. 
    Je mag tekenen, plaatjes plakken, wees creatief!
  3. Bewaar je gedicht goed of lever het bij mij in.

Hoe: Je maakt je eigen gedicht
Nodig: A4-papiertje, pen, potloden
Klaar: Ga verder met de opdracht 'verhaal schrijven'




timer
25:00

Slide 45 - Tekstslide

Opdracht nabespreken


Vragen stellen

Les afsluiten

eigen gedicht voorlezen
- Je weet wat een gedicht is
- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet;
- Je kunt een limerick/ronddeel/acrostichon maken.

Slide 46 - Tekstslide