Dagbesteding les 17 week 9

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Activiteiten aanbieden les 3

les agenda 

• Terugblik vorige les
• Behandelen theorie
  
• Lesstof zelfstandig doorlezen

• Heeft iemand nog iets te melden?

Waar staat SMART voor?

SMART

SPECIFIEK
MEETBAAR
ACCEPTABEL
REALISTISCH
TIJDSGEBONDEN

Welke soorten doelen zijn er?

Na het behalen van mijn niv 3 dilpoma, neem ik een baan waarmee ik per maand €4000,- verdien.

Specifiek

Meetbaar

Acceptabel

Realistisch

Tijdsgebonden

Op 5 oktober 2021 heb ik de toets van Nederlands foutloos gemaakt.

Specifiek

Meetbaar

Acceptabel

Realistisch

Tijdsgebonden

Op 1 maart 2021 heb ik alle achterstand in de studie weggewerkt.

Specifiek

Meetbaar

Acceptabel

Realistisch

Tijdsgebonden

Op 30 mei 2021 organiseren wij een bijeenkomst voor senioren waarvan na afloop 80% van de deelnemers zegt dat die voor herhaling vatbaar is.

Specifiek

Meetbaar

Acceptabel

Realistisch

Tijdsgebonden

Voor de activiteitenmiddag op 2 april 2021 maak ik op 1 februari geld vrij bij de gemeente.

Specifiek

Meetbaar

Acceptabel

Realistisch

Tijdsgebonden

zet in de goede 

volgorde

beginsituatie

plan 

uitvoeren

evaluatie

doelen

plan 

voorbereiden

1

2

3

4

5

Activiteiten aanbieden

Thema 2

Hoofdstuk 4 Methodisch begeleiden bij dagbesteding, paragraaf 4.4

Leerdoel: aan het einde van kun je uitleggen wat we verstaan onder de 6 W's. 

Plan voorbereiden

Je plan voorbereiden is de 3e stap van het methodisch proces

• De 1e stap is de beginsituatie
• De 2e stap is de doelen stellen 
• De 3e stap is het plan voorbereiden

De 6 w's 

Bij een goed en volledig werkplan ga je de 

6 w's af. 

wie, waarom, wat, waarmee, waar en wanneer.

WIE

• Om wie gaat het; de cliënt(en) dus maar ook wie doet wat op welke manier.
  
  
• Je maakt een vaardigheidsanalyse van de cliënt (Motorisch, cognitief en sociale vaardigheden)

Motorische vaardigheden

cognitieve vaardigheden

sociale vaardigheden

gaat om het geheugen, begrip, ruimtelijke orientatie

samenspelen, mogelijkheden tot cummunicatie, resultaatgericht zijn

voldoende spierkracht, juiste inspanning, goede oog-handcoordinatie

vaardigheidsanalyse staat voor

1. Dat je een goede hand-oogcoördinatie hebt voor een activiteit
2. De prikkel, de aantrekkingskracht van een activiteit, drukt de persoonlijke beleving uit
3. Dit zijn de vaardigheden die nodig zijn om een activiteit tot een goed einde te brengen
4. Het gaat om het maken van een verhaal rondom de activiteit

Wat houdt appelwaarde in?

Appelwaarde staat voor

1. Dat je een goede hand-oogcoördinatie hebt voor een activiteit
2. De prikkel, de aantrekkingskracht van een activiteit, drukt de persoonlijke beleving uit
3. Dit zijn de vaardigheden die nodig zijn om een activiteit tot een goed einde te brengen
4. Het gaat om het maken van een verhaal rondom de activiteit

Waarom

Waarom vindt je de activiteit plaats, het doel.

De keuze van een activiteit is een rechtstreeks gevolg van de doelstelling die je samen met of voor je cliënt hebt geformuleerd, je hebt ook rekening gehouden met het vaardigheidsniveau.

1. waar
2. niet waar

Wat

Wat vindt er precies plaats, welke hulpmiddelen, welke benaderingswijze

Waarmee

Welke activiteiten zijn er nodig?

Benoem extra hulpmiddelen die je kunt inzetten voor iemand met een halfzijdige verlamming links waarmee je wilt gaan bloemschikken

Benoem extra hulpmiddelen die je kunt inzetten voor een cliënt die slechtziend is waarmee je wilt gaan wandelen.

WAAR

• In welke omgeving vindt de activiteit plaats
• Hoe ziet de ruimte er uit
• Prikkelarm of prikkelrijk
• Hoe zit het met veiligheid in de ruimte
  
• Hoe zit het met de bereikbaarheid van de ruimte
• Wordt de activiteit binnen of buiten gehouden

Hoe de ruimte er uitziet maakt een cliënt eigenlijk niet zoveel uit

1. waar
2. niet waar

Welke kenmerken kan een ruimte hebben

WANNEER

Het tijdstip en de duur van een activiteit maar ook de frequentie (hoeveelheid)

In de ochtend heb je een betere concentratie dan in de avond

1. waar
2. niet waar

Leg uit wat met de 6 w's bedoeld wordt wie, waarom, wat, waarmee, waar en wanneer

Aan de slag!

Lees blz. 69 t/m 76 van je theorieboek Dagbesteding MZ zelfstandig door.