Argumenteren, leesvaardigheid en literatuur 4 havo - week 7

nu eerst: argumenteren
De volgende 17 slides zijn oefenvragen Argumenteren. Over alle paragrafen worden vragen gesteld.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

nu eerst: argumenteren
De volgende 17 slides zijn oefenvragen Argumenteren. Over alle paragrafen worden vragen gesteld.

Slide 1 - Tekstslide

ik vind, dan ook, dus en daarom zijn signaalwoorden voor een standpunt
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

over een waarderend argument kun je niet van mening verschillen
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

want, omdat, daarom en immers zijn signaalwoorden voor een argument
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

met een tegenargument ontkracht je een argument
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

bij onderschikkende argumentatie wordt een argument door een ander argument ondersteund
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

bij een nevenschikkende argumentatie
A
ondersteunen de argumenten elkaar
B
ondersteunen meerdere argumenten het standpunt

Slide 7 - Quizvraag

De relatie tussen leerling en coach moet goed zijn. Daarom moeten leerlingen zelf hun mentor kiezen.
A
het argument is feitelijk
B
het argument is waarderend

Slide 8 - Quizvraag

De relatie tussen leerling en coach moet goed zijn. Daarom moeten leerlingen zelf hun mentor kiezen.
A
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van autoriteit
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 9 - Quizvraag

Ik vind dat er op scholen veel meer gesport moet worden. Uit diverse onderzoeken is immers gebleken dat geregeld bewegen belangrijk is.
A
argument is waarderend
B
argument is feitelijk

Slide 10 - Quizvraag

Ik vind dat er op scholen veel meer gesport moet worden. Uit diverse onderzoeken is immers gebleken dat geregeld bewegen belangrijk is.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van autoriteit
C
argumentatie op basis van vergelijking
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 11 - Quizvraag

een vals dilemma is een onjuist beroep op het vergelijkingsschema
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

bij een persoonlijke aanval wordt iemands standpunt hard aangevallen
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

het bespelen van het publiek kan alleen bij een debat
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Goed gedaan, weer wat geleerd! 

Slide 15 - Tekstslide