9.3 uitleg klas 1kt

Planning en doelen
- Je kan een percentage van een hoeveelheid uitrekenen d.m.v. een procententabel.
- Je kan de nieuwe prijs berekenen na de korting

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning en doelen
- Je kan een percentage van een hoeveelheid uitrekenen d.m.v. een procententabel.
- Je kan de nieuwe prijs berekenen na de korting

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel procent is
21
A
0,5
B
25
C
50
D
2

Slide 2 - Quizvraag

Wat is meer? 80% of
43
A
80%
B
3/4

Slide 3 - Quizvraag

Wat is 10% van €160?
A
1,6
B
20
C
16
D
32

Slide 4 - Quizvraag

Berekeningen met een procenten tabel

In een park hangen 240 nestkastjes. In 76,4% broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

Aanpak: 
1. Teken de procenten tabel. 


2. Vul de gegevens die je hebt in. Wat weet ik al en waar moet het?

%
100
%
100

Slide 5 - Tekstslide

In een park hangen 240 nestkastjes. In 76,4% broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?




3. Bovenaan weet je 2 getallen, je zet er een 1 tussen, want je rekent eerst naar 1 procent.
%
100
76,4
aantal
240
%
100
1
76,4
aantal

Slide 6 - Tekstslide

4. Wat ga je uitrekenen, zet daar het vraagteken neer.

5. Zet de bogen bij de tabel die aangeven welke berekening er wordt gedaan.
                               :100         x76,4
%
100
1
76,4
aantal
240
?

Slide 7 - Tekstslide

6. Schrijf de rekensom op en reken hem uit.

240:100x 76,4= 183,36

7. Geef antwoord op de vraag.

Dus er zijn 183 kastjes waarin gebroed wordt.

Slide 8 - Tekstslide

1. Maak de tabel
2. Vul de gegevens in die je weet.
3. Vul de 1 op de goede plek in (tussen de 2 getallen die je weet)
4. welke wil je weten? Zet daar een vraagteken
5. Zet de bogen bij de tabel. Wat doe je boven? Doe dat ook onder.
6. Schrijf de som op en reken hem uit.
7. Geen antwoord.

Slide 9 - Tekstslide

De nieuwprijs betalen door middel van een procenten tabel

Astrid koopt een broek van €49,95. Ze krijgt 15% korting. Hoeveel moet ze nog betalen?

1. Hoeveel procent betaald Astrid nog?
100 - 15 = 85%

2. Vul volgens de regels die we net hebben doorgenomen de tabel in.

Slide 10 - Tekstslide

x




                            :100        x85
%
100
%
100
1
85
49,95
?
%
100
85
49,95
?

Slide 11 - Tekstslide

49,95 : 100 x 85 = 42,4575

dus de broek kost nu €42,46

Slide 12 - Tekstslide

Emma krijgt 35% korting op een shirt van €19,95. Hoeveel procent moet ze nog betalen?
A
35
B
75
C
65
D
100

Slide 13 - Quizvraag

Emma krijgt 35% korting op een shirt van €19,95. (Ze moet dus 65% betalen) Hoeveel kost het shirt nu?

Slide 14 - Open vraag