Close reading HET ONTBIJTJE

Hallo, ik ben juf Paula 
Op je tafel ligt: pen of potlood, leeg A4 vel, tekstblad

Afspraken
.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hallo, ik ben juf Paula 
Op je tafel ligt: pen of potlood, leeg A4 vel, tekstblad

Afspraken
.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het boek

De beste kinderboekenschrijvers uit Nederland en Vlaanderen laten in Het grote Rijksmuseum voorleesboek hun fantasie de vrije loop en vertellen hun verhaal bij vijfentwintig beroemde meesterwerken uit het Rijksmuseum.

Slide 3 - Tekstslide

Doel les 1

 
Ik kan vragen over de tekst beantwoorden en ik kan vertellen hoe ik dat weet.



Wie, wat
waar, waarom, 
hoe!

Slide 4 - Tekstslide

Wat doen we eerst?
    We zetten nummers bij de tekst.
5  - 10 - 15 -20 -

Slide 5 - Tekstslide

Les 1
Ik lees het verhaal voor.
Luister goed en lees mee want straks ga ik een paar vragen stellen.

Lees mee met je pen in de hand.
! Dit is belangrijk, denk ik
? Dit begrijp ik niet helemaal
Omcircel het woord dat je niet kent


Slide 6 - Tekstslide

Tekst

Slide 7 - Tekstslide

Hoe denk jij dat het schilderij eruit ziet?

Maak een schets op het A4 vel
Je krijgt 5 minuten
stopwatch
00:00

Slide 8 - Tekstslide

Stilleven met kazen. ca 1615 van Floris Claes van Dijck

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 1: Over wie gaat het verhaal?

Onderstreep de naam van de hoofdpersoon.



Hoe heb jij dit ontdekt?

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 2: Wat gebeurt er?
Geef antwoord in 2 zinnen
Hoe heb je dit ontdekt?

Slide 11 - Open vraag

Vraag 3: Hoe komt het dat Valentijn dronken is?
Antwoord in 1 zin.
Hoe heb jij dit ontdekt?

Slide 12 - Open vraag

Vraag 4: Is de vader van Valentijn boos?
A
Ja
B
Nee
C
Dat staat niet in het verhaal

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 5: Vanaf regel 15 staan er spelfouten in.
 
regel 37: mizzelijk (in plaats van misselijk)
regel 39: vazt (in plaats van vast)

Waarom doet de schrijver dat?




Slide 14 - Tekstslide

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 15 - Open vraag

Doel les 2
Ik leer hoe ik de betekenis van moeilijke woorden in een tekst kan achterhalen.

Ik omcirkel woorden die ik niet ken. Dan ga ik uitzoeken wat het woord betekent.



Slide 16 - Tekstslide

Je kan de betekenis van het woord achterhalen door:

  • terug te lezen
  • vooruit te lezen
  • delen van het woord te bekijken 

Lukt dat niet dan zoeken je het woord op in het woordenboek of via Google.

Slide 17 - Tekstslide

Juf leest voor!
Omcirkel alle woorden die jij moeilijk vindt.

Lees goed mee.


Slide 18 - Tekstslide

Welk woord ken jij niet?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent het woord?

Slide 20 - Tekstslide

Wat vind jij van deze les?

Slide 21 - Open vraag

Doel les 3
Ik weet wat Valentijn heeft opgegeten en in welke volgorde hij het heeft opgegeten.

Valentijn heeft zes dingen gesnoept.



Slide 22 - Tekstslide

Ik leest voor!
Onderstreep wat Valentijn eet of drinkt.


Slide 23 - Tekstslide

Wat heb jij opgeschreven?
1. ....................................
2.....................................
3.....................................
4.....................................
5.....................................
6.....................................

Slide 24 - Tekstslide

Nu ga jij verder met je schets door echt te tekenen.

Slide 25 - Tekstslide