Herhaling: bijvoeglijk naamwoord + Spiel

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Null-Gruppe

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
In de volgende opgaven krijg je alle vormen van het bijvoeglijk naamwoord door elkaar in de 1e, 3e, en 4e naamval. Deze naamvallen kunnen  voorkomen door:
1. (keuze)voorzetsels of werkwoord met naamval
2. zinsdeel: ow (1e), lv (4e), mw.vw (3e)

Gebruik je Spickzettel uit het vakboekje als je het lastig vindt.

Slide 7 - Tekstslide

Meine älter__ Schwester studiert Medizin
A
älteren
B
älteren
C
ältere
D
älterer

Slide 8 - Quizvraag

Sie wohnt in einem klein___ Appartment im Zentrum
A
kleinen
B
kleinem
C
kleine
D
kleines

Slide 9 - Quizvraag

Findest du kleine__ Kaninchen auch so süß?
A
kleine
B
kleinen
C
kleiner
D
kleines

Slide 10 - Quizvraag

Ich habe ihr alt__ Zimmer bekommen!
A
alten
B
altes
C
altem
D
alte

Slide 11 - Quizvraag

Ein motiviert__ Schüler hatte eine Eins für Deutsch.
A
motivierter
B
motivierten
C
motivierte
D
motiviertem

Slide 12 - Quizvraag

Der motiviert__ Schüler hatte eine Eins für Deutsch!
A
motivierten
B
motivierte
C
motivierter
D
motiviertem

Slide 13 - Quizvraag

Hockey spielen ist das einzig__Hobby von dieser faul_ Schülerin
A
einzige, faulen
B
einziges, faulem
C
einzigen,faules
D
einzige, faules

Slide 14 - Quizvraag

Mein best__ Freund ist immer zu Spät in der Schule
A
besten
B
bestes
C
beste
D
bester

Slide 15 - Quizvraag

Für solchen blöd_ Fragen habe ich keine Zeit! sagte der blöde Lehrer
A
blöde
B
blöden
C
blödem
D
blöder

Slide 16 - Quizvraag

Spiel mit Adjektive
Die Teilnehmer arbeiten in der Gruppe von 2-4. Einer liest die Fragen vor und kontrolliert auch die Antwort. Die anderen hören zu und versuchen einen richtigen Satz zu notieren. Dann kommt einer anderer Teilnehmer an der Reihe. 

Zeit: 20 Minuten
Hilfsmittel: Spickzettel vakboekje

Slide 17 - Tekstslide