Voeding P3.4 Vetten

Voeding P3.4 Vetten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding P3.4 Vetten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les Koolhydraten

Inleveren huiswerk via mail
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen enkelvoudige en meervoudige koolhydraten?

Slide 3 - Open vraag

enkelvoudige koolhydraten snel afgebroken. Kenmerken van enkelvoudige koolhydraten zijn verder dat ze zorgen voor een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel.

Het afbreken van meervoudige koolhydraten door het lichaam kost meer tijd. Meervoudige koolhydraten bestaan uit meerdere enkelvoudige koolhydraten 
Wat is het verschil is tussen verteerbare en onverteerbare koolhydraten?

Slide 4 - Open vraag

Los van bovenstaande verdeling is er nog een andere belangrijke verdeling in koolhydraten, namelijk de verteerbare en onverteerbare koolhydraten. In vaktermen worden die ook wel glycemische (verteerbare) als niet-glycemische (niet-verteerbare) koolhydraten genoemd.
Beide vormen zitten in voeding. Verteerbare koolhydraten worden door het lichaam goed verwerkt en inderdaad omgezet tot energie. Maar niet-verteerbare koolhydraten worden niet door het lichaam opgenomen, vormen ook geen energiebron. Het zijn voedingsvezels. Wel zijn ze belangrijk voor de functie van de darmen.
Welke koolhydraten zijn verteerbaar? Het gaat dan om glucose, galactose, fructose, zetmeel en maltose.
Onverteerbare koolhydraten (voedingsvezels) zijn: resistent zetmeel, pectine, (hemi)cellulose, resistente oligosachariden (waaronder FOS) en betaglucanen.
 
Hoe veel energie leveren koolhydraten
A
4kcal
B
9kcal
C
5kcal
D
3kcal

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten worden omgezet tot:

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt glucose opgeslagen?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt glucose opgeslagen als de spier -en levercellen vol zitten?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vetten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van vetten
  1. bouwstof hormonen
  2. Isolatie & bescherming
  3. Energie, opslag van vet is energiereserve
  4. Structuur van celmembraam
  5. Nodig voor vet oplosbare vitamines ADEK
  6. Belangrijkste bron voor de ontwikkeling van de hersenen, ogen en zenuwstelsel
  7. levert 9kcal 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
1. Verzadigde vetten

2. Onverzadigde vetten -> enkelvoudig = omega 9
2. Onverzadigde vetten -> meervoudig = Omega 3, Omega 6 

3. Transvetten = gemaakt in een fabriek. Gaan langer mee. lichaamsvreemde vetten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering van vetten
  1. Voeding 
  2. Spijsverteringskanaal: emulgeren van vetten = kleiner maken
  3. Darmen: opname van vetzuren 
  4. Lever: Opslag vetten & verbranding van vetten
  5. Bloed: Opslag van vetten & verbranding van vetten in weefsels
  6. Uitscheidingsorganen: water

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke producten vinden we veel transvet?
timer
3:00

Slide 13 - Open vraag

koekjes, bladerdeegproducten, chips, snoep
margarine en halvarine
gebak, cake
frituurvet en gefrituurd voedsel gebakken in hard vet
diepvriesproducten: kroketten, kaassoufflés, frikadellen, patat
koffiemelkpoeder
pizza’s
veel kant-en-klaar maaltijden
instant mixen en -sauzen
Cholesterol

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetketen = kettingen met een bepaald aantal verbindingen
1. korte keten vetzuren = boterzuur

2. middellange keten vetzuren = kokos, avocado

3. Lange keten vetzuren: dierlijke vetten, cacao, koek, gebak = meer LDL aanmaak in de lever

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Je hoort vaak dat kokosvet erg gezond is om in te bakken/ braden. Leg uit waarom dit antwoord klopt of niet klopt
  

Zou je eerder kiezen voor harde margarine of halvarine? Waarom kies je daarvoor?


Waarom is olijfolie een betere keuze dan roomboter om eten mee te bereiden?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies