Trede 01 - Introductie natuurwetenschappen

Trede 01 - Introductie natuurwetenschappen
Kennismaking met de natuurwetenschappen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Trede 01 - Introductie natuurwetenschappen
Kennismaking met de natuurwetenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan het verschil tussen levende en niet levende natuur omschrijven.
  • ik kan de kenmerken van een levend wezen opsommen.

Slide 2 - Tekstslide

De natuurwetenschappen bestuderen:
  • natuurverschijnselen.

De natuurverschijnselen verdelen wij in:
  • levende natuur en
  • niet-levende natuur.

Slide 3 - Tekstslide


A
Levende natuur
B
niet-levende natuur

Slide 4 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 5 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 6 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 7 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 8 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 9 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 10 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 11 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 12 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 13 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 14 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 15 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 16 - Quizvraag


A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur

Slide 17 - Quizvraag

Biotisch en abiotische factoren

Slide 18 - Tekstslide

De natuurwetenschap en de levende natuur
De biologie bestudeert de levende natuur.
Het woord biologie bestaat uit twee Griekse woorden:
  • bios = leven
  • logos = leer, studie, wetenschap
LEVEN
LEER,
STUDIE

Slide 19 - Tekstslide

De kenmerken van levende wezens
  • ademen
  • zich voeden
  • groeien en afsterven
  • reageren op prikkels
  • uit zichzelf bewegen
  • zich voortplanten
  • afvalstoffen afscheiden
Al deze verschijnselen samen vormen kenmerken van de levende wezens.

De natuurwetenschap die zich bezighoudt met de levende natuur is de biologie.

Slide 20 - Tekstslide

Speciaal: Virus

Slide 21 - Tekstslide

Welk kenmerk van leven zie je hiernaast op de foto?
A
afvalstoffen afscheiden
B
groeien en afsterven
C
zich voeden

Slide 22 - Quizvraag

Welk kenmerk van
leven zie je hiernaast
op de foto?
A
ademen
B
uit zichzelf bewegen
C
zich voortplanten

Slide 23 - Quizvraag

Welk kenmerk van
leven zie je hiernaast
op de foto?
A
afvalstoffen afscheiden
B
uit zichzelf bewegen

Slide 24 - Quizvraag

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur
De fysica en de chemie bestuderen de niet-levende natuur.

Slide 25 - Tekstslide

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur
Proef 1:

Waarneming:

Conclusie:
Breng een ijzerdraad in de vlam van de bunsenbrander en haal hem er weer uit.
In de vlam gloeit het ijzer,
uit de vlam verdwijnt het gloeien
.
Het gloeien van de ijzerdraad is een natuurkundig verschijnsel omdat de aard van de stof niet is veranderd. Er ontstaan geen nieuwe stoffen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur
Proef 2:

Waarneming:

Conclusie:
Houd een magnesiumlint in de vlam
van de bunsenbrander.
Het magnesiumlint brandt met een
fel wit licht. Er ontstaat witte rook en een wit poeder
.
Het verbranden van het magnesiumlint is een scheikundig verschijnsel omdat de aard van de stof is veranderd.
Er ontstaan nieuwe stoffen (witte rook en wit poeder).

Slide 28 - Tekstslide


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 29 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 30 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 31 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 32 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 33 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 34 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 35 - Quizvraag


A
natuurkundig verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig verschijnsel (Chemie)

Slide 36 - Quizvraag

DOE-opdracht
  1. Maak 8 foto's van verschijnselen uit de levende natuur en maak 8 foto's van verschijnselen uit de niet-levende natuur.
  2. Maak van de gemaakte foto's twee aparte collages.
    Gebruik bijvoorbeeld PicCollage.
  3. Upload je collages in de uploadzone!

Slide 37 - Tekstslide