Vragen Moleculaire genetica

Wat is dit voor molecuul?
Het bestaat uit een stikstofbase/suiker/fosfaatgroep
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is dit voor molecuul?
Het bestaat uit een stikstofbase/suiker/fosfaatgroep

Slide 1 - Tekstslide

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
44 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 2 - Quizvraag

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen
C
Mutaties in niet-coderend DNA
D
Puntmutaties in coderend DNA

Slide 3 - Quizvraag

Welke stikstofbase is wel aanwezig in DNA 
maar niet in RNA?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de bouwsteen van DNA?
A
allel
B
gen
C
nucleotide
D
eiwit

Slide 5 - Quizvraag

Welke cellen zijn haploïd?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 6 - Quizvraag

Waar bestaat de dubbele helix structuur van een DNA-molecuul uit?

Slide 7 - Tekstslide

Als je langdurig in de felle zon ligt, komen in je lichaam meer mutaties voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welke suiker is aanwezig in RNA-nucleotiden?

Slide 9 - Tekstslide

Door mutaties ontstaat variaties in het genotype?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is een vorm van....
A
klassieke biotechnologie
B
gen expressie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 11 - Quizvraag

Welk proces wordt hier uitgebeeld?
Welk molecuul wordt gevormd?

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd organisme
D
genetische modificatie

Slide 13 - Quizvraag

Biotechnologie is al eeuwen oud
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je het triplet waarmee het aflezen van het mRNA begint?
Welk molecuul wordt hier gevormd?

Slide 15 - Tekstslide

Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij de translatie?
A
Een nieuw DNA molecuul wordt gevormd
B
Vet-moleculen worden gevormd
C
Een eiwit-molecuul wordt gevormd
D
Een mRNA molecuul wordt gevormd

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?
A
DNA- recombinant techniek
B
Genetische modificatie
C
Biotechnologie
D
Klonen

Slide 19 - Quizvraag

Welk proces wordt hier afgebeeld?

Slide 20 - Tekstslide