2E Mittwoch, den 9. November 2022 K2

Kapitel 2: Wir
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2: Wir

Slide 1 - Tekstslide

Mittwoch, den 9. November 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben Woche 44
  • Ziele
  • Woche 45
  • Grammatik: haben, sein, Artikel und Personalpronomen
  • Aussprache
  • Sprachmittel
  • Spinner: Lernliste
  • Zum Schluss

Slide 2 - Tekstslide

Woche 44 nachsehen Aufgaben:
Aufgaben 18 t/m 20 Seiten 42-43 
Aufgabe 23 Seite 44-45 
Aufgaben 26-27 Seiten 46-47

Vwo: Stencilpakket Aufgaben 25, 26, 27

Slide 3 - Tekstslide

Ziele:
  • Je kunt de sisklanken goed uitspreken.
  • Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over familie.
  • Je kunt in eenvoudige zinnen iets over jezelf en jouw familie vertellen.
  • Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Woche 45
Lernen zu Hause:
Lernliste helemaal Seiten 60-61
Lernen Grammatik: haben en sein Seite 61  
Lernen Sprachmittel  Seiten 50 und 62 -> in Quizlet/WRTS zetten

Machen zu Hause : 
Aufgabe 36 Seite 51   +   Aufgabe 40 t/m 41 Seiten 54-55

Während der Stunden (tijdens de lessen met elkaar): Aufgaben 32 t/m 34 + Aufgaben 37 und 39





Slide 5 - Tekstslide

Grammatik: sein
Schrijf de vervoeging van het werkwoord sein in je schrift.

ich               ....
du                ....
er/sie/es   ....
wir               ....
ihr                ....
sie/Sie       ....

Een aantal leerlingen worden aangewezen om de vervoeging op het bord te schrijven.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Grammatik: haben 
Uitleg werkwoord.

  • Zelfstandig maken Aufgabe 25: Wat tussen haakjes staat vertalen en in juiste vorm zetten. In je schrift.
  • Klaar: Leren Lernliste Seiten 60-61, Grammatik Seite 61
  • Bespreken Aufgabe 25
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Lidwoorden en persoonlijk vnw.
  1. m           v           o       mv
  2. der       die     das     die                  -> bepaald lidwoord
  3.    er       sie        es     sie                  -> persoonlijk voornaamwoord

  • Aufgabe 22 Seite 44 
  • Zelfstandig maken
  • Klaar: Leren Lernliste Seiten 60-61, Grammatik Seite 61
  • Bespreken Aufgabe 22
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Lesstof toets Kapitel 2:
Lernliste Seiten 60-61   NL-> D   en D -> NL
Grammatica werkwoorden haben en sein Seite 61
Sprachmittel Seiten 62 + 50:
  • Antwoord kunnen geven in het Duits op een Nederlandse vraag
  • Iets over je familie kunnen vertellen.
  • Met behulp van steekwoorden goed lopende zin in het Duits maken.

Slim stampen (SOM/Leermiddelen/Duits/Kapitel 2 -> Lernliste + grammatica oefenen + oefentoets

Slide 9 - Tekstslide

Aussprache:  Zischlaute Seiten 48-49
Aufgaben 28 t/m 31    hören und üben
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Sprachmittel:  Seiten 49-50
Aufgabe 32  Sprachmittel vorbereiten Hörfragment
Aufgabe 33  Sprachmittel hören und besprechen

Aufgabe 34:
  • Zelfstandig maken. Met Sprachmittel bladzijde 50 en Lernliste
  • Klaar: Lernliste leren + Grammatik haben sein (werden vwo)
  • Bespreken Aufgabe 34
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Spinner
Aantal leerlingen worden aangewezen om het juiste antwoord te geven.

T/m niet?

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe 36: Gespräch
Schrijfopdracht!!
  1. Je schrijft deze opdracht op een blaadje en levert deze in. Je zorgt er voor dat je handschrift leesbaar is.
  2. Maak van de steekwoorden een goed lopend gesprek in het Duits.
  3. Je kunt de Sprachmittel op bladzijde 50 en 62 als hulpmiddel gebruiken en de Lernliste bladzijden 60-61.
  4. Je maakt volledige zinnen van minimaal vier woorden. Getallen schrijf je voluit!!

Bijvoorbeeld eerste zin rol A: heb-broers en zussen? 
Hast du Geschwister?

Slide 13 - Tekstslide

Zum Schluss:
  • Hoe leer je woordjes?
  • Hoe leer je de zinnetjes?
  • Wat is het beste stappenplan?
  • Hoe leer je de grammatica?

Slide 14 - Tekstslide

Lidwoorden en persoonlijk vnw.
  1. m                          mv
  2. der       die     das     die                  -> bepaald lidwoord
  3.    er       sie        es     sie                  -> persoonlijk voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide