H4 P4 L6 Kastenstelsel

Les 6
Periode 4
Kastenstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 6
Periode 4
Kastenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vorige lessen
- De vijf belangrijke invloeden voor het ontstaan van het hindoeïsme (zoals we het nu kennen). 
- Cyclisch denken toepassen op de ideeën over leven en dood binnen het hindoeïsme. 
- De begrippen Ariërs, Dravidische volkeren, Veda, sanatana dharmadharma (h) reïncarnatie, atman, brahman en karma (h)
- Overeenkomsten tussen dharma, natuurwetten en regels. 

 

Slide 2 - Tekstslide

Zet de groeperingen in de juiste volgorde 
 
1
2
3
4
5
Christelijke kolonisten
Islamitische handelaren
Ariërs / 
Indo-Europeanen
Dravidische volkeren / Indus cultuur 
Stammen in India

Slide 3 - Sleepvraag

Dit begrip geeft aan dat een hindoe als resultaat van daden in een voorgaand leven in een bepaalde kaste geboren wordt. Zo kun je geboren worden in een hogere kaste als je in een vorig leven veel goed hebt gedaan.
A
karma
B
dharma
C
parma
D
reïncarnatie

Slide 4 - Quizvraag

Hindoes geloven in wedergeboorte. De essentie komt weer terug op aarde. Door goed te leven wordt de ziel wedergeboren in een hogere kaste.
Wedergeboorte is..
A
karma
B
dharma
C
shoarma
D
reïncarnatie

Slide 5 - Quizvraag

Een hindoe moet zijn plaats in een bepaalde kaste zonder protest accepteren. Als je de geldende gewoontes, regels en plichten van de familie, kastem sekse, beroep en leeftijd nakomt, leef je volgens de ...
A
karma
B
dharma
C
pharma
D
reïncarnatie

Slide 6 - Quizvraag

brahman
een atman komt los van het brahman 
en gaat zitten in een stuk vlees, een lichaam
moksja
samsara
het brahman, het goddelijke, is er altijd geweest en het is de bron waaruit elke atman voortkomt; in alles wat bestaat - mensen, dieren, planten, natuurverschijnselen - is iets van het brahman aanwezig

Slide 7 - Tekstslide

Hoe noemen we de voortdurende kringloop van wedergeboorten waarin de atman zit opgesloten?
A
atman
B
brahman
C
samsara
D
moksja

Slide 8 - Quizvraag

De bevrijding uit de samsara, wanneer de atman terugkeert naar de goddelijke bron noemen we
A
atman
B
brahman
C
samsara
D
moksja

Slide 9 - Quizvraag

Waaruit ontspringt het goddelijke vonkje dat in een lichaam komt?
A
atman
B
brahman
C
samsara
D
moksja

Slide 10 - Quizvraag

(Sanatana) dharma, karma en kasten
Het hindoeïsme herkent dat de wereld werkt in bepaalde cycli, waarin de mens de taak krijgt zich er niet mee te bemoeien: men moet doen wat het moet doen om zorgen dat het niet verandert. Dat doe je door te leven naar je dharma
Karma is van invloed op hoe je reïncarneert. Leef je goed dan reïncarneer je in een hogere kaste. Leef je niet goed dan reïncarneer je in een lagere kaste. Uiteindelijk hoop je moksja te bereiken. Daar zullen we het later verder over hebben. Vandaag hebben we het over karma. Want 'what goes around comes around' en tja... 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
- Je kunt de vier kasten met bijbehorende sociale laag, beroepen, kleur en rituele plichten benoemen en beschrijven
- Je kunt het begrip dalit en hun maatschappelijke stand beschrijven aan de hand van hun werkuitvoeringen
- Je kunt reflecteren op onze eigen maatschappij


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Vier kasten
Na inval van de Ariërs: maatschappelijke verdeling in vier lagen. 
Vier standen worden ‘kasten’ genoemd.​
Later hebben zich meer dan 2000 sub-kasten ontwikkeld. Deze worden door Hindoe’s djati (geboorte) genoemd.​
Oorspronkelijk werd een kaste in Sanskriet warna genoemd: kleur. Dus, elke kaste had haar eigen kleur (huidskleur?)​

Slide 17 - Tekstslide

Vier kasten
Door geboorte wordt bepaald bij welke kaste je behoort.​
Je kastenstatus kan niet veranderd worden.​
Kasten regelen sociale omgang en hebben eigen religieuze plichten en regels: men trouwt binnen de kaste en vaak wordt hetzelfde beroep uitgeoefend.​

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Rig Veda
De brahmanen kwamen uit het hoofd: daarom verkondigen zij heilige geschriften. 
De ksatria's ontstonden uit de armen; daarom moeten zij strijden en de andere mensen beschermen. 
De vaisja's kwamen uit zijn buik; daarom moeten zij voedsel verbouwen en uitdelen. 
De sjoedra's ontstonden uit zijn voeten; daarom dienen zij anderen (ze wassen hen de voeten). 

Slide 20 - Tekstslide

Vier kasten

Slide 21 - Tekstslide

Brahmanen (wit)
Hoogste stand: Oorspronkelijk Arische priesters ​
Houden zich strikt aan reinheidsvoorschriften ​
Zorgen traditioneel voor offers en rituelen in tempel​

Tegenwoordig: hoogleraren, hoge ambtenaren, ministers etc.​

Slide 22 - Tekstslide

Ksatria's (rood)
Tweede stand: koningen en krijgers (de Indiase adel)​
Politieke machthebbers, oorlogvoering​

Nu: landsbestuurders, militairen​

Slide 23 - Tekstslide

Vaisja's (bruin)
Derde stand: middenstanders​
Kooplieden, boeren en arbeiders​

Oorspronkelijk: nederige afkomst, de onderdrukte bevolking​
Nu: welvarend 

Slide 24 - Tekstslide

Sjoedra's (zwart)
Laagste stand: bekeerde slaven en dienaren. 
In dienst van de andere drie kasten​

Tot 1950: waren zij uitgesloten van veel religieuze rituelen​

Slide 25 - Tekstslide

Kastelozen (paria's of dalits)
De ‘onderdrukten’ of ‘onaanraakbaren’​
Onbekeerde inboorlingen,​ krijgsgevangenen en slaven ​

​Onreine beroepen: slager, ​schoonmaker, lijkverbrander​
Contact met hen wordt door kasten gemeden​
Vaak: mogen in cafés niet uit dezelfde kopjes drinken, toegang tot tempel wordt geweigerd etc.​

Buitenlanders zijn officieel ook kastelozen​

Slide 26 - Tekstslide