1.3 Mengsels en zuivere stoffen

§1.3
Je kunt op micro- en macroniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn.
Je kunt smelt- en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren.
Je kunt op micro- en macroniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels.
Je kunt een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven.
Je kunt berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massapercentage, volumepercentage en gram per liter.

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§1.3
Je kunt op micro- en macroniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn.
Je kunt smelt- en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren.
Je kunt op micro- en macroniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels.
Je kunt een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven.
Je kunt berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massapercentage, volumepercentage en gram per liter.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle stoffen kunnen we onderverdelen in verschillende categorieën. 
Na deze les kun het volgende schema invullen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We beginnen met het onderverdelen in 2 categorieën.
Mengsels
Zuivere stoffen
Alle stoffen

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof of mengsel (1/3)
DEFINITIE: Een zuivere stof bestaat maar uit 1 soort deeltje (molecuul).
Dus ALLE deeltjes in die stof zijn exact hetzelfde.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof of mengsel (2/3)
Een ander voorbeeld van een zuivere stof is water dat we in het laboratorium gebruiken: demi water (gedemineraliseerd water)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof of mengsel (3/3)
Als we suiker en water bij elkaar voegen dan hebben we een MENGSEL.
DEFINITIE: een mengsel bestaat uit meerdere verschillende deeltjes (moleculen)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.
D
bestaat uit meerdere soorten atomen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je een zuivere stof of mengsel? (1/2)
Zuivere stof:
Bij een faseovergang blijft de 
temperatuur precies gelijk.

We noemen dit het SMELTPUNT 
en KOOKPUNT

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je een zuivere stof of mengsel? (2/2)
Mengsel:
Bij een faseovergang verandert
de temperatuur een klein beetje

We noemen dat een SMELTTRAJECT
en KOOKTRAJECT

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling is juist?
A
Diagram 1 laat een temperatuurverloop zien van een zuivere stof. Er is een kookpunt te zien.
B
Diagram 2 laat een temperatuurverloop zien van een zuivere stof. Er is een kookpunt te zien.
C
Diagram 1 laat een temperatuurverloop zien van een zuivere stof. Er is een kooktraject te zien.
D
Diagram 2 laat een temperatuurverloop zien van een zuivere stof. Er is en een kooktraject te zien.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mengsel
Zuivere stof
Kookpunt
Smeltpunt
Kooktraject
Smelttraject

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle stoffen kunnen we dus onderverdelen in mengsels en zuivere stoffen
Mengsels kunnen we onderverdelen in Homogene- en Heterogene mengsels.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten mengsels
  • Homogene mengsels zijn mengsels waarbij je de verschillende onderdelen niet kunt onderscheiden
  • Voorbeelden van homogene mengsels zijn oplossingen en gasmengsels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heterogene mengsels

  • Heterogene mengsels zijn mengsels waarbij je de verschillende onderdelen wél kunt onderscheiden
  • Er zijn verschillende soorten heterogene mengsels: suspensies, emulsies, nevel, rook, schuim

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heterogeen mengsel
Homogeen mengsel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een homogeen mengsel?
A
Een mengsel waarin de verschillende stoffen gelijkmatig verdeeld zijn.
B
Een mengsel waarin maar één soort deeltjes aanwezig is.
C
Een mengsel waarin de verschillende stoffen ongelijkmatig verdeeld zijn.
D
Een mengsel waarin de verschillende stoffen niet gemengd zijn.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een heterogeen mengsel?
A
Een mengsel waarin de verschillende stoffen gelijkmatig verdeeld zijn.
B
Een mengsel waarin maar één soort deeltjes aanwezig is.
C
Een mengsel waarin de verschillende stoffen ongelijkmatig verdeeld zijn.
D
Een mengsel waarin de verschillende stoffen niet gemengd zijn.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schema is hier nu ingevuld. We gaan nog even kijken naar de verschillende soorten mengsels.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gasmengsels
  • Gasmengsels zijn homogene mengsels
  • Denk bijvoorbeeld aan de lucht die wij inademen. Daar zit niet alleen zuurstof in, maar bijvoorbeeld ook stikstof, koolstofdioxide en argon. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen
Een oplossing is een Homogeen mengsel en is altijd Helder.

Bijvoorbeeld: appelsap


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suspensies zijn heterogene mengsels
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.
  • vast (s) in vloeistof (l)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emulsie
Emulsies zijn heterogene mengsels
Bijvoorbeeld:
water en olie en olie mengen niet. Maar als je een emulgator toevoegt lukt het mengen wel.

Denk bijvoorbeeld aan Mayonaise, gemaakt van olie en azijn, door het toevoegen van een ei (emulgator) mengt het wel!

Vloeistof (l) in vloeistof (l)

Slide 23 - Tekstslide

Emulgator: lecithine, lanettewas.
Wanneer een emulsie gemakkelijk met water te mengen is noemen we dit een olie-in-water emulsie (o/w). De watermoleculen bevinden zich om het oliemolecuul heen. Voelt niet vet aan.
Reinigingsmilk heeft een hoog vochtgehalte en gemakkelijk uitsmeerbaar.

Rook / Nevel
(heterogene mengsels)
Rook: vaste deeltjes die         Nevel: vloeistofdruppels
zweven in een gas                   die zweven in een gas

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homogeen mengsel
Heterogeen mengsel
Emulsie
Oplossing
Rook
Mayonaise
Suspensie
Coca Cola
Nevel
Gasmengsel
Verf

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suspensie
Oplossing
Zuivere stof
Emulsie
Kraanwater
Sinaasappelsap
Coca Cola
Mayonaise
Demiwater
Suiker
Chocolademelk
Margarine

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schema is ingevuld. Je bent klaar met deze LessonUp! Ga nu verder met het huiswerk.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies