Instructie Nectar 16.3

Wat je je nu van (an)aerobe dissimilatie van glucose?
1 / 34
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat je je nu van (an)aerobe dissimilatie van glucose?

Slide 1 - Woordweb

Energie in een cel
C6H12O6
&
6 O2
6 H2O
&
6 CO2
energie

Slide 2 - Tekstslide

Energie in een cel => ATP (adenosinetrifosfaat)

ATP (volle batterij) -> ADP (lege batterij) + Pi (fosfaat) + energie
In een cel wordt ADP voortdurend omgezet in ATP
En ATP wordt voortdurend omgezet in ADP

Slide 3 - Tekstslide

Waar (dus in welke celonderdelen) wordt ATP gemaakt in een cel?

Slide 4 - Open vraag

ATP maak je in het cytoplasma en in het mitochondrion
Mitochondrion:
  • 2 membranen (binnen- en buitenmembraan)
  • 2 ruimtes (matrix en intermembraanruimte)
ATP maken doe je in 4 stappen...

Slide 5 - Tekstslide

Binas 68 (A)
Examentraining:
Samenvatting in je werk/
aantekeningenschrift van Biologie

Slide 6 - Tekstslide

16.3) Dissimilatie                                         zie Binas 68
Totaal:
Glucose
Totaal:
glycolyse
................
................
................
Examentip :  dat wordt één lange zin 

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1: de glycolyse


In het cytoplasma
  • 1 glucose (C6)
  • 2 ADP + 2Pi
  • 2 NAD+ + 2H+
  • 2 pyruvaat (C3)
  • 2 ATP
  • 2 NADH
heel veel reacties...
glycolyse
Wat is NAD+ en NADH?

Slide 8 - Tekstslide

Totaal:
Glucose
Totaal:
glycolyse
2 pyrodruivenzuur (C3)
................
a) Aeroob (met O2)
  • 2 ATP
  • 2 NADH*
* ..........

Slide 9 - Tekstslide

NAD+ en NADH
Bij een aantal reacties in de aerobe dissimilatie van glucose komen electronen vrij. Die worden opgevangen door NAD+ waarbij NADH ontstaat.
NADH kun je ook als een batterij beschouwen die tijdelijk met energie geladen wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Het gevormde NADH wordt niet omgezet tot NAD+. Wat is het gevolg voor de glycolyse?
A
De glycolyse gaat gewoon door
B
De glycolyse stopt

Slide 11 - Quizvraag

Stap 2: de decarboxylering


In de matrix
  • 2 pyruvaat (C3)
  • 2 NAD+ 2H+
  • 2 ATP
  • 2 acetyl-CoA (C2)
  • 2 NADH
  • 2 CO2
  • 2 ADP + 2Pi
decarboxylering

Slide 12 - Tekstslide

Totaal:
Glucose
Totaal:
glycolyse
2 pyrodruivenzuur (C3)
................
Aeroob (met O2)
  • 2 ATP
  • 2 NADH*
* ..........
Stap 2) Decarboxylering)
Acetyl(C2)  +  CO2  + 
2 NADH
Mitochondrium
Cytoplasma

Slide 13 - Tekstslide

Stap 3: de citroenzuurcyclus


In de matrix
  • 2 acetyl-CoA (2 C2)
  • 2 ADP + 2Pi
  • 6 NAD+ + 6H+
  • 2 FAD + 2H+
  • 4 CO2
  • 2 ATP
  • 6 NADH
  • 2 FADH2
Wat heeft stap 1 tot en met 3 opgeleverd?
heel veel reacties...

Slide 14 - Tekstslide

Totaal:
Glucose
Totaal:
glycolyse
2 pyrodruivenzuur (C3)
................
Aeroob (met O2)
  • 2 ATP
  • 2 NADH*
* ..........
Stap 2) Decarboxylering)
Acetyl(C2)  +  CO2  + 
2 NADH
Stap 4) Oxidatieve fosforylering
  • 2 ATP
  • 6 NADH
  • 2 FADH2

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4: de elektronentransportketen en de oxydatieve fosforylering


In matrix / binnenmembraan / intermembraanruimte
  • 34 ADP + 2Pi
  • 10 NADH
  • 2 FADH2
  • 6 O2
  • 34 ATP
  • 10 NAD+
  • 2 FAD
  • 6 H2O
heel veel reacties en een stuwdam...
De functies van stap 4: 
  • NADH en FADH2 terugvormen naar NAD+ en FAD
  • De energie uit NADH en FADH2 gebruiken om ATP te maken
 

Slide 16 - Tekstslide

Stuwmeer van H+ (hoge [H+])
Benedenwater 
van H+
(lage [H+])
Stuwdam
H+ turbine
De keten pompt H+ van de matrix naar de binnenmembraanruimte
Via ATP-synthase stroomt H+ weer terug
ATP-synthase produceert ATP
Het verschil in [H+] aan weerszijden van de binnenmembraan heet de chemi-osmotische gradient.
NADH en FADH2 worden omgezet naar NAD+ en FAD
Exact zelfde als Binas 68D !! - belangrijke tabel voor SE en examen

Slide 17 - Tekstslide

En waarom heb je nu O2 nodig in de aerobe dissimilatie?

Slide 18 - Open vraag

Totaal: 
Glucose
Totaal:
glycolyse
2 pyrodruivenzuur (C3)
................
Aeroob (met O2)
  • 2 ATP
  • 2 NADH*
* transport van 1 NADH over membraan van mitochondrium kost 1 ATP
Stap 2) Decarboxylering)
2Acetyl(C2) + 2CO2 + 
2 NADH
Stap 4) Oxidatieve fosforylering
  • 2 ATP
  • 6 NADH
  • 2 FADH2
1 NADH --> 3 ATP
1 FADH2 --> 2 ATP
Stap 1) 

Slide 19 - Tekstslide

 1 NADH => 3 ATP,
1 FADH2 => 2 ATP
Totale ATP-opbrengst
glycolyse: 2 ATP + 2 NADH   
decarboxylering:  2 NADH
citroenzuurcyclus: 2 ATP + 6 NADH + 2 FADH2
oxi. fosforylering:


Totaal: 36 ATP uit 1 glucose-molecuul   


(*zonder transport 38 ATP)
(-2 ATP voor transport NADH en pyrodruivenzuur)

Slide 20 - Tekstslide

Dus wat gebeurt met de dissimilatie als er te weinig O2 is?

Slide 21 - Open vraag

Totaal: 36 ATP
Glucose
Totaal: 
glycolyse
2 pyrodruivenzuur (C3)
Aeroob (met O2)
  • 2 ATP
  • 2 NADH*
* transport van 1 NADH over membraan van mitochondrium kost 1 ATP
Stap 2) Decarboxylering)
2Acetyl(C2) + 2CO2 + 
2 NADH
Stap 4) Oxidatieve fosforylering
  • 2 ATP
  • 6 NADH
  • 2 FADH2
1 NADH --> 3 ATP
1 FADH2 --> 2 ATP
Stap 1) 
Anaeroob (zonder O2)
o.a. bij gisten en bacterien
o.a. bij dieren en melkzuurbacteriën
2 ethanol
+ 2 NAD+
+ 2 CO2
2 melkzuur + 2 NAD+
Gisting

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de NAD+ die in de gisting ontstaat? (B68A of 68B)
A
Dat wordt afgebroken
B
Dat wordt in de glycolyse gebruikt
C
Dat wordt in de decarboxylatie gebruikt
D
Dat wordt in de citroenzuur-cyclusgebruikt

Slide 23 - Quizvraag

Aantekening Anaerobe dissimilatie


Totaal: 2 ATP 


Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de twee grote nadelen van anaerobe dissimilate?

Slide 25 - Open vraag

Totaal: 36 ATP
Glucose
Totaal: 2 ATP + gifstof
glycolyse
2 pyrodruivenzuur (C3)
Aeroob (met O2)
  • 2 ATP
  • 2 NADH*
* transport van 1 NADH over membraan van mitochondrium kost 1 ATP
Stap 2) Decarboxylering)
2Acetyl(C2) + 2CO2 + 
2 NADH
Stap 4) Oxidatieve fosforylering
  • 2 ATP
  • 6 NADH
  • 2 FADH2
1 NADH --> 3 ATP
1 FADH2 --> 2 ATP
Stap 1) 
Anaeroob (zonder O2)
o.a. bij gisten en bacterien
o.a. bij dieren en melkzuurbacteriën
2 ethanol
+ 2 NAD+
+ 2 CO2
2 melkzuur + 2 NAD+
Gisting

Slide 26 - Tekstslide

Stel: ik dissimileer glucose, maar ook eiwit en vet. Hoeveel dissimilatie-routes heb ik nodig?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quizvraag

Er is maar 1 dissimilatie-route (die van glucose)
Alle andere brandstoffen kunnen ergens (zie het plaatje) in de route instromen
Dit maakt deze route superflexibel!

Slide 28 - Tekstslide

Examentip bij aantekening: 
 'Vetzuren en eiwitten kunnen alleen aeroob gedissimileerd worden'
Gisting

Slide 29 - Tekstslide

Een moeilijke vraag:
1c. Wat is een verklaring voor het feit dat eiwit
en vet, niet vergist kan worden? (bron 20)

Slide 30 - Open vraag

...made easy (sort of...)
(an)Aerobe dissimilatie van glucose...

Slide 31 - Tekstslide

Maak een foto van de samenvatting in je schrift!

Slide 32 - Open vraag

Cijfer voor deze les
+ concrete tip en top

Slide 33 - Woordweb

Klaarrrr...

Eigenwijze of gewoon eigenwijs chillen

Slide 34 - Tekstslide