1.2 Jij spaart toch ook?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

H1 Inkomsten of uitgaven?

1.2 Jij spaart toch ook?

Terugblik

• Directe en indirecte ruil
• Geldfuncties
• Chartaal en giraal geld
• Eurozone
• Vreemde valuta kopen en inwisselen

Wat leer je in deze les:

• Verschillende spaarmotieven
• Rente
• Inflatie
• Spaardeposito
• Beleggen

Wat is sparen?

Drie spaarmotieven

• Sparen voor een doel
• Sparen voor de rente
• Sparen uit voorzorg

Rente

Als je spaargeld op de bank zet, krijg je rente (interest). 

Rente is een vergoeding voor iemand die zijn geld beschikbaar stelt. 

Je hebt keuze uit verschillende soorten spaarrekeningen. 

In het algemeen geldt: hoe groter het bedrag dat wordt gespaard en hoe langer je het vastzet, hoe hoger het rentepercentage. 

www.actuelerentestanden.nl

Inflatie

Inflatie = algemene stijging van de prijzen

Koopkracht = hoeveel je kunt kopen van je geld

Koopkracht = rentepercentage - inflatiepercentage

Die kan dus toenemen of afnemen

Spaardeposito

Als je je geld voor langere tijd niet nodig hebt, zou je een spaardeposito kunnen nemen. Dat is een spaarrekening waarop je een groot bedrag voor een bepaalde tijd vastzet. 

De rente blijft tijdens de gehele looptijd gelijk. 

Beleggen

Je kunt ook je geld beleggen ipv op een spaarrekening zetten. 

Je steekt je geld dan bijvoorbeeld in aandelen, waarbij je verwacht dat ze meer waard zullen worden. 

Je kunt ook geld verliezen wanneer de koers gaat dalen. 

Opdracht 18

We maken samen opdracht 18 uit je tekstboek op bladzijde 12. 

Maken / 

Huiswerk voor de volgende les:

Opdracht 12 t/m 21

blz 10 t/m 13

Evaluatie:

Noem de 3 spaarmotieven

Wat is een spaardeposito?

In deze les heb je geleerd: 

• welke spaarmotieven er zijn
• dat er verschillende spaarvormen zijn
• hoe rente bij banken werkt

Vooruitblik volgende les:

• lenen
• persoonlijke lening
• doorlopend krediet
• consumptief krediet
• hypothecaire lening