Bs 1 Het zintuigenstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Welkom allemaal!

Planning van vandaag:

1. Thema 5 helemaal afgerond? 

2. Week planning bekijken
3. Wat weet je al over thema 6?

4. Opening thema 6

5. Uitleg basisstof 1

6. Zelf aan de slag

7. Opdrachten inleveren via Teams

Thema 5 helemaal afgerond?

Heb je alle opdrachten ingeleverd van thema 5? 

Heb je deze ook nagekeken?

Heb je nog vragen/opmerkingen?

Weekplanning

Wat weet je al over thema 6?

In thema 6 gaat het over zintuigen.

We gaan even kijken wat je al weet en je krijgt zo een idee waar we het allemaal over gaan hebben de komende paar weken. 

Welk van mijn zintuigen reageert er op licht?

1. Oog
2. Oor
3. Neus
4. Tong

Waar ligt je reukzintuig?

1. Oog
2. Oor
3. Neus
4. Mond

We hebben 5 zintuigen (ogen, oren, neus, tong en huid). 2 hiervan werken heel nauw samen. Welke 2 denk jij?

Waar in je oog zitten de zintuigcellen?

1. Hoornvlies
2. Vaatvlies
3. Harde oogvlies
4. Netvlies

Om zowel van dichtbij als veraf te kunnen kijken, moet je ooglens accommoderen. Wat doet hij dan?

1. Lichter en donkerder worden
2. Naar voren en achter bewegen
3. Boller en platter worden

Zie jij een getal in het plaatje? En zo ja, welk getal is dat dan?

In welk zintuig bevinden zich de kleinste botjes van het lichaam?

1. Oor
2. Neus
3. Mond
4. Huid

Opening thema 6

Uitleg basisstof 1

Het zintuigenstelsel

Herhaling thema 5

In het vorige thema heb je geleerd over prikkels en impulsen.

Ieder zintuig reageert maar op één soort prikkel.

Dat noemen we de adequate prikkel. 

Welk zintuig reageert op welke prikkel?
Sleep de prikkels naar het juiste plaatje

Licht

Geluid

Geurstoffen

Smaakstoffen

Warmte/kou/ druk/aanraking

Maaaar zo'n zintuig reageert alleen maar als de prikkel sterk genoeg is.

We noemen dit de drempelwaarde. 

Maaaar zo'n zintuig reageert alleen als de prikkel sterk genoeg is.

We noemen dit de drempelwaarde. 

Alleen boven de drempelwaarde worden er impulsen doorgegeven.

Maar die drempelwaarde is niet altijd gelijk. 

Hij kan lager worden als je een hele hoge motivatie hebt. 

Of juist veel hoger doordat je ergens aan gewend raakt. 

Zelf aan de slag

1. Lezen basisstof 1
Blz. 46 t/m 48 in je boek

2. Maken opdracht 1 t/m 4
Online of vanaf blz. 64 in je werkboek.

3. Bewijs inleveren in Teams vóór de volgende les