oefenen voor examen 2023 TV 1 GL vraag 1 t/m 7 2025

oefenen voor examen 2023 TV 1 GL
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

oefenen voor examen 2023 TV 1 GL

Slide 1 - Tekstslide

planning/Leerdoelen
- Nakijken examenvragen criminaliteit
- Herhalen begrippen politiek nodig voor examen 2023
- Maken examen 2023 gedeelte politiek
- nakijken

Doel: Je hebt een gedeelte van het onderdeel politiek weer goed in je hoofd zitten.

Slide 2 - Tekstslide

1. groepen die
- bepaalde belangen nastreven en
- proberen de politieke besluitvorming te beïnvloeden
A
Scholen
B
politieke partijen
C
Pressiegroepen/ belangengroepen
D
Voetbalclubs

Slide 3 - Quizvraag

2. Bij welke stroming past deze uitspraak?
"Rijkdom moet beter verdeeld worden"
A
Liberalisme
B
Linkse partijen
C
Christendemocratie
D
Sociaaldemocratie

Slide 4 - Quizvraag


3. Uitgangspunt:
Migratie is een bedreiging
A
Liberalisme
B
nationalisme
C
Christendemocratie
D
Sociaaldemocratie

Slide 5 - Quizvraag


4. Uitgangspunt:
duurzaam produceren
A
Liberalisme
B
nationalisme
C
ecologisme
D
Sociaaldemocratie

Slide 6 - Quizvraag


5. Uitgangspunt:
Mensen moeten zelf initiatief tonen
A
Liberalisme
B
nationalisme
C
ecologisme
D
Sociaaldemocratie

Slide 7 - Quizvraag


6. Uitgangspunt:
Geweld gebruiken mag als dat nodig is.
A
extremisme
B
nationalisme
C
ecologisme
D
populisme

Slide 8 - Quizvraag


7. Uitgangspunt:
De overheid moet de wensen van het volk volgen
A
extremisme
B
nationalisme
C
ecologisme
D
populisme

Slide 9 - Quizvraag

8. Wat is nationalisme?
Nationalisme.
A
Trots zijn op je familie
B
Trots zijn op je land
C
Oorlog willen voeren
D
Je buurlanden helpen

Slide 10 - Quizvraag

9. Kenmerk:
Er zijn schijnverkiezingen
A
Dictatuur
B
democratie

Slide 11 - Quizvraag

10. Kenmerk:
Er is censuur
A
Dictatuur
B
democratie

Slide 12 - Quizvraag

11. Kenmerk:
De meerderheid beslist maar houdt rekening met de minderheid
A
Dictatuur
B
democratie

Slide 13 - Quizvraag

12. Kenmerk:
De bevoegdheden en macht van alle bestuurders is vastgelegd in wetten en regels waaronder de Grondwet.
A
Dictatuur
B
democratie

Slide 14 - Quizvraag

13. Kenmerk:
Er is geen onafhankelijke rechtelijke macht
A
Dictatuur
B
democratie

Slide 15 - Quizvraag

14. Alle regeringsleiders van Europa komen samen in de…
A
Europees Parlement
B
Europese Raad
C
Europese Commissie
D
Hof van Justitie

Slide 16 - Quizvraag

15. Door wie worden de leden van het Europees Parlement gekozen?
A
Door de leden van de Europese Commissie
B
Door de Europese burgers
C
Door de leden van het parlement van ieder lidstaat
D
Door de regeringsleiders

Slide 17 - Quizvraag

16. Het dagelijks bestuur van de EU is:
A
Europese Commissie
B
Europese Parlement
C
Raad van Ministers

Slide 18 - Quizvraag

17. Er zijn verkiezingen in Europa. Waar stemmen wij op?
A
Raad van ministers
B
Europees Parlement
C
Europese Commissie

Slide 19 - Quizvraag

18. Ons kiesstelsel is het stelsel van:
A
Evenredige vertegenwoordiging
B
meerderheidsstelsel

Slide 20 - Quizvraag

19. Meerderheidsstelsel is een kiesstelsel waarbij de winnaar in een gebied alle zetels krijgt. Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Onjuist
B
Juist
C
Geen idee

Slide 21 - Quizvraag

20. Het parlement heeft 2 taken. Een daarvan is de wetgevende taak. Wat is de andere taak?
A
wetgevende taak
B
uitvoerende taak
C
controlerende taak

Slide 22 - Quizvraag

21. Om hun wetgevende taak uit te kunnen voeren hebben Kamerleden het stemrecht, het recht van initiatief en het recht van......
A
Interpellatie
B
Amendement
C
vragen stellen
D
Motie

Slide 23 - Quizvraag

22. Het recht van initiatief hoort bij de
A
Wetgevende taak
B
controlerende taak

Slide 24 - Quizvraag

23. Het recht om een motie in te dienen hoort bij
A
De wetgevende taak
B
De controlerende taak

Slide 25 - Quizvraag

24. Het recht om om ministers naar de kamer te roepen voor een spoeddebat hoort bij
A
de wetgevende taak
B
de controlerende taak

Slide 26 - Quizvraag

25. Greenpeace haalt alle kranten met het blokkeren van een gevaarlijke olietanker in het Rotterdamse havengebied.

--> Welke fase vanuit het besluitvormingsproces herken je in de tekst?
A
fase 1: noemen van wensen / het (h)erkennen van het probleem als politiek probleem
B
fase 2: vergelijken of afwegen van wensen of behoeften: de politiek komt met oplossingen
C
fase 3: het nemen van besluiten
D
fase 4: het uitvoeren van besluiten

Slide 27 - Quizvraag

26. Er wordt een onderzoek gehouden of er in de toekomst een Formule 1-race op het circuit van Assen gehouden kan worden. Een van de problemen is de geluidsoverlast die kan ontstaan. De politiek moet hier ook over beslissen. In het politieke besluitvormingsproces zijn vier fasen te herkennen.

In welke fase bevindt zich het besluitvormingsproces uit tekst 6?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 3

Slide 28 - Quizvraag

Maken:
Examen 2023 TV1 GL
Vraag 1 t/m 7
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide