H2 Grammatica zinsdelen (les 1)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad/laptop (dicht)
  • je leerwerkboek pagina 128
  • schrift
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad/laptop (dicht)
  • je leerwerkboek pagina 128
  • schrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerk 2.7 bespreken
  • Nevenschikking/onderschikking
  • Werkmoment 
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
2.5 Woorden: 13 en 15 

Einde les: LessonUp quiz

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

2.7 grammatica zinsdelen
Je leert:
  • wat een nevenschikking is.
  • wat een onderschikking is.
  • het wg te benoemen met een wederkerend werkwoord.
  • en dus de hele zin ontleden van wg tot en met bwb.

Slide 5 - Tekstslide

Nevenschikking p. 129
Samengestelde zin waarbij beide delen hoofdzinnen zijn.
  • samengesteld: dus minimaal twee persoonsvormen
  • hoofdzin: onderwerp en pv naast elkaar, kan niets tussen
  • nevenschikkend voegwoord: want, maar, en, of, dus

Slide 6 - Tekstslide

Onderschikking p. 130
Samengestelde zin met combinatie hoofdzin en bijzin.
  • samengesteld: dus minimaal twee persoonsvormen
  • hoofdzin en bijzin (bz: o en pv niet naast elkaar)
  • onderschikkend voegwoord: omdat, sinds, hoewel, .......

Slide 7 - Tekstslide

Voegwoord => verband (p. 232)
nevenschikkende voegwoorden
want:
maar:
en: 
of:
dus: 


timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Voegwoord => verband (p. 232)
nevenschikkende voegwoorden
want:                      redengevend
maar:                      tegenstelling
en:                            opsomming
of:                             keuze
dus:                          conclusie


Slide 9 - Tekstslide

Voegwoord => verband (p. 232)
onderschikkende voegwoorden (zijn er veel meer)
omdat:
toen:
hoewel:
als:
zodra:


timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Voegwoord => verband (p. 232)
onderschikkende voegwoorden (zijn er veel meer)
omdat:               redengevend
toen:                   tijdsvolgorde
hoewel:             tegenstelling
als:                       voorwaarde
zodra:                 tijdsvolgorde


Slide 11 - Tekstslide

Werkmoment
Maak in je leerwerkboek/schrift
2.7: 1b, 3, 4 a en b

  • Kijk nu weer zelf na via de studiewijzer in Magister
  • Je verbetert met een andere kleur.
  • Volgende les geef je per opdracht aan hoeveel fout je had.

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk voor vrijdag staat in Magister.
  • Dan bespreek ik ook de toets.

Slide 13 - Tekstslide