M&M HFD 6 - 6.4 Stad en land in onze tijd

Noem vier ambachten die in middeleeuwse steden werden uitgeoefend die op het platteland niet bestonden.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Noem vier ambachten die in middeleeuwse steden werden uitgeoefend die op het platteland niet bestonden.

Slide 1 - Open vraag

Wie was Floris V?

Slide 2 - Open vraag

Wat bouwde Floris V af?
A
Kasteel Muiderslot
B
Ridderpaal
C
Binnenhof
D
De stad Middelburg in Zeeland

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

6.4 Stad en land in onze tijd

Slide 5 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen
6.4 Stad en land in onze tijd
Opdrachten 6.4
Herhalen 
Meer oefenen
Plusopdracht

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan de opbouw van een Nederlandse stad beschrijven.
  2. Je kan uitleggen wat de begrippen: Randstad, Groen Hart en Vinex-wijken inhouden.
  3. Je kan uitleggen wat bevolkingsdichtheid is.
  4. Je kan de begrippen forensen, woon-werkverkeer en files in eigen woorden uitleggen.
  5. Je kan beschrijven wat er onder hoofdverbindingen valt.

Slide 7 - Tekstslide

6.4 stad en land in onze tijd
Opbouw  Nederlandse steden:
1. Centrum/historische stadskern = binnenstad
2. Oude binnenstad omringend met oude gebouwen (dicht op elkaar)
3. Hoogbouw en laagbouw (1960-1990)
4. Vinex-wijken: Nieuwbouwwoningen

Slide 8 - Tekstslide

Randstad en Groene Hart
  • West-Nederland
  • 4  grootste steden van NL : Tussen deze 4 liggen andere steden en plaatsen.
  • Dit stedelijke gebied vormt een rand rondom een gebied met weiland en polders in Zuid-Holland = Randstad
  • Gebied binnen de Randstad = het Groene Hart
  • Door bevolkingsgroei en bebouwing dreigt het Groene Hart te verdwijnen.  > Bouw wijken aan de rand = vinex-wijken

Slide 9 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
Dichtbevolkt = Mensen wonen dicht op elkaar.
Dunbevolkt = Minder mensen in een gebied.
Bevolkingsdichtheid = Het aantal inwoners per vierkante kilometer (km2)

Slide 10 - Tekstslide

Verkeer
  • Forensen = Mensen die in een andere plaats werken dan waar ze wonen. 
  • Dagelijks reizen ze heen en weer tussen hun woning en werk = woon-werkverkeer
  • Doordat NL dichtbevolkt is en veel forensen, raken de wegen overvol en ontstaan rijen langzaam rijdende/stilstaande auto's = files
  • Files kunnen tijd en geld kosten

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdverbindingen
  • Alle wegen die de grote steden verbinding = hoofdverbindingen (autosnelweg-spoorwegen-waterwegen- luchtverbindingen)
  • Moeten goed zijn, want NL verdient veel geld met het vervoer van producten.
(Denk aan luchthaven Schiphol en de haven bij Rotterdam)
  • 3 maatregelen voor betere verbindingen:
1. Verbreding snelwegen
2. Aanleg hogesnelheidslijn (hsl)
3. Aanleg Betuwelijn

Slide 12 - Tekstslide

renovatie
vinex-wijk
nieuwbouw
saneren
opvullen
wooncapaciteit sijgt
oude wijk
afname woningdichtheid
nieuwbouw
Randstad
besparing open ruimte
aanpassen
Huur stijgt

Slide 13 - Sleepvraag

Op welke plaats iets ligt, aangegeven met bijvoorbeeld: noord, oost, zuid, west of aan zee"
Kenmerken van de natuur in een gebied. 
Hoogte verschillen in een landschap
Kenmerken van de inwoners van een gebied. 
Gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer. 
Land van 0 tot 200 meter boven zeeniveau. 
Land van 200 tot 500 meter boven zeeniveau.
Land van 500 tot 1500 meter boven zeeniveau. 
Land dat hoger ligt dan 1500 meter boven zeeniveau. 
ligging
gebiedskenmerken
reliëf
bevolkingskenmerken
Bevolkingsdichtheid
Laagland
Heuvelland
Middelgebergte 
Hooggebergte

Slide 14 - Sleepvraag

Opdrachten 6.4
Maken 1 t/m 24

Schrijf de antwoorden in je schrift of type ze in een wordbestand. Lever deze in via magister/teams/mail.

Slide 15 - Tekstslide

Stad en land in onze tijd

Slide 16 - Woordweb

Herhalen van de leerdoelen
Beschrijf de opbouw van een  Nederlandse stad.
Leg de  begrippen: Randstad, Groen Hart en Vinex-wijken uit.
Leg uit wat bevolkingsdichtheid is.
Leg de begrippen forensen, woon-werkverkeer en files in eigen woorden uit.
Wat valt er onder hoofdverbindingen?

Slide 17 - Tekstslide

Meer oefenen
Minder dan 70% bij de leerstofopdrachten =
Maak de 'meer oefenen' opdrachten.

Slide 18 - Tekstslide

Plusopdracht
70% of meer score bij de leerstofopdrachten = 
Maken plusopdracht 6.4

Slide 19 - Tekstslide