Hoofdstuk 6 leven in de stad H1D

Welkom bij het vak Mens en maatschappij
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak Mens en maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Terug blik 6.1 Stad en land 
  • 6.2 Ontstaan van steden
  • 6.3 Stad en land in vroeger tijden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verstedelijking:

  • Als er veel mensen van het platteland naar de stad verhuizen
  • De groei van steden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

6.2 Het ontstaan van steden

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen 6.2
  •  Je kunt één verbetering in de landbouw noemen die zorgde voor een grotere opbrengst rond het jaar 1000.


  • Je kunt uitleggen waarom niet iedereen meer boer hoefde te zijn.

 

  • Je kunt uitleggen hoe steden ontstonden in Nederland rond het jaar 1000.

Slide 8 - Tekstslide

Groei

Rond het jaar duizend gingen de boeren op een andere manier het land bewerken:

  • Ze gebruikten een betere ploeg. 
  • Ze gingen in plaats van 1/2 deel van het land, 2/3 deel van het land gebruiken.


Gevolg: er was meer dan de boeren zelf nodig hadden. Wat ze over hadden verkochten ze op de markt.

Slide 9 - Tekstslide

Andere beroepen
De mensen die het eten van de boeren wilde hebben, moesten iets anders maken wat ze konden ruilen (handelen). Alle beroepen die toen kwamen noemen we ambachten 

En zo kon een boer zaken doen met een kledingmaker


Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn Ambachtslieden

Slide 11 - Woordweb

Ambachtslieden
  • Ambachtslieden: mensen die producten maken met hun handen en gereedschap.


  • Ambachtslieden gingen wonen op plekken waar veel mensen kwamen.


  • Zo ontstonden marktplaatsen waar veel handelaren kwamen

Slide 12 - Tekstslide

Filmpje Hanze

Slide 13 - Tekstslide

De stad Amersfoort met in het midden de marktplaats.

  • Handelaren en ambachtslieden gingen rond de marktplaats wonen omdat het veiliger is om met meer mensen bij elkaar te wonen.

  • De stadsmuren en grachten volgden al snel.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen 6.3
  • Je kunt beschrijven  hoe een middeleeuwste straat er uit

     zag.


  • Je kunt uitleggen wat een landbouwstedelijke samenleving

     is en hoe dat is ontstaan.


  • Je weet wat centralisatie betekent.



Slide 16 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze middeleeuwse straat

Slide 17 - Woordweb

Wat zijn de voordelen van wonen in een middeleeuwse stad?

Slide 18 - Open vraag

Wat zijn nadelen van het wonen in een middeleeuwse stad?

Slide 19 - Open vraag

Leven in de stad
  • Er was gebrek aan hygiëne.


  •  Het gevaar voor brand was groot.


  •  Als je als horige 1 jaar en 1 dag in de stad woonde, werd je een vrij man en burger.

Slide 20 - Tekstslide

Stad en platteland

2 belangrijke veranderingen in de tijd van steden en staten:

  •  Van ruilhandel naar betalen met geld.


  •  Van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving --> samenleving met steden en platteland 

Slide 21 - Tekstslide

Waaraan kun je zien dat dit een landbouwsamenleving is?
Waaraan kun je zien dat dit een landbouwstedelijke samenleving is

Slide 22 - Tekstslide

Edelen en steden
  •  De edelen hadden macht in jaar 1000
  •  De edelen hadden geld nodig voor ridders en kastelen.
  •  Edelen verkochten rechten aan steden voor geld.
  •  Steden mochten hierdoor steeds meer zelf beslissen.

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Machtige koningen
  • Vanaf 1300 verliezen edelen de macht en de koningen krijgen meer macht.
  • Ze maken wetten en lieten de bewoners belasting betalen.
  •  Steden kregen hun eigen centraal bestuur.
  • Centralisatie: gebied wordt bestuurd vanuit één centrale plaats

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk deze week
Maken opdrachten 6.3 
stad en land in vroeger tijden

Slide 26 - Tekstslide

Deze les
  • Terug blik 6.3 Stad en land in vroeger tijden
  • 6.4 Ontstaan van steden
  • maken 6.4 Stad en land in onze tijd

Slide 27 - Tekstslide

Hoe zag een middeleeuwse straat er uit?
A
Stenen huizen en nette geplaveide straten.
B
Smalle, modderige straten met houten huizen.
C
Grote houten huizen met veel ruimte ertussen.
D
Kleine huizen van steen met nette straten van aangestampte aarde

Slide 28 - Quizvraag

Waarom gingen mensen toch in de stad wonen?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is centralisatie?
A
Een gebied wordt bestuurd door allemaal graven die de baas zijn in hun eigen gebied.
B
Dan moeten de graven de koning bijstaan met raad en daad.
C
Als een gebied wordt geregeerd vanuit steeds een andere plaats.
D
Een gebied wordt steeds meer bestuurd vanuit een centrale plaats.

Slide 31 - Quizvraag

6.4 Stad en land in onze tijd

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan de opbouw van een Nederlandse stad beschrijven.
  2. Je kan uitleggen wat de begrippen: Randstad, Groen Hart en Vinex-wijken inhouden.
  3. Je kan uitleggen wat bevolkingsdichtheid is.
  4. Je kan de begrippen forensen, woon-werkverkeer en files in eigen woorden uitleggen.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Opbouw van een stad

  • Oude historische kern of centrum > binnenstad.
  • Rond binnenstad kleine, goedkope huizen die dicht op elkaar staan.> arbeiderswijken.
  • Daar omheen flats en woonerven (gebouwd tussen 1960-1990).
  • Moderne nieuwbouwwijken  > Vinex-wijken.



Luchtfoto Zoetermeer

Slide 35 - Tekstslide

Historische stadskern
Nauwe straatjes met winkels en restaurantjes.

De binnenstad.

Slide 36 - Tekstslide

Arbeiderswijk
Om de oude binnenstad staan goedkope huizen, dichtbij elkaar.

Weinig groen en oude huizen.

Slide 37 - Tekstslide

Vinex-wijken
Nieuwe en moderne wijken uit deze eeuw. 

Denk aan de Weidevenne

Slide 38 - Tekstslide

Waarom staan de oudste huizen bijna altijd in het centrum van een stad?
A
Daar willen mensen het liefste wonen.
B
Omdat mensen vroeger al graag wilde shoppen.
C
omdat nieuwe huizen rondom een bestaand centrum worden gebouwd.
D
Dat was handig voor de handel.

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video

Bevolkingsdichtheid
Wonen er veel mensen bij elkaar in de buurt, dan noem je dat dichtbevolkt.

Andersom is dunbevolkt.

Slide 41 - Tekstslide

Verkeer & hoofdverbindingen
  • Forensen:
 mensen die werken in een andere plaats dan waar ze wonen.

  • Hoofdverbindingen: de belangrijkste autosnelwegen, spoorlijnen en waterwegen.

Slide 42 - Tekstslide

Verkeer
Forensen = mensen die moeten reizen naar hun werk

Hierdoor ontstaan er veel files in Nederland

Slide 43 - Tekstslide

Maken opdrachten 6.4
Na 20 minuten kom je terug naar Teams
timer
20:00

Slide 44 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan de opbouw van een Nederlandse stad beschrijven.
  2. Je kan uitleggen wat de begrippen: Randstad, Groen Hart en Vinex-wijken inhouden.
  3. Je kan uitleggen wat bevolkingsdichtheid is.
  4. Je kan de begrippen forensen, woon-werkverkeer en files in eigen woorden uitleggen.

Slide 45 - Tekstslide