Les 5: wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Welkom A2c!
Wat gaan we doen?
  • Terugblik 

  • Lesdoelen
  • H1 Gram. woordsoorten: wederkerend en wederkerig voornaamwoord
  • Evaluatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom A2c!
Wat gaan we doen?
  • Terugblik 

  • Lesdoelen
  • H1 Gram. woordsoorten: wederkerend en wederkerig voornaamwoord
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we de vorige lessen gedaan?

  • H1 Grammatica zinsdelen: wg en lv bij wederkerende ww

    • Nu nakijken via Showbie (UFZJ2) - 5 minuten - en zichtbaar verbeteren!







    Slide 2 - Tekstslide

    Lesdoel
    Aan het eind van deze les kun je...

    ... wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen.

    Slide 3 - Tekstslide

    Grammatica
    Woordsoorten
     Je gaat elk woord van de zin benoemen:

    Lidwoord (lw)
    Zelfstandig naamwoord (znw)
    Bijvoeglijk naamwoord (bn)
    Voorzetsel (vz)
    Bijwoord (bw)
    Werkwoord (ww)
    Persoonlijk/bezittelijk voornaamwoord (p.vnw/b.vnw.)

    Zinsdelen
    Je gaat delen van zinnen benoemen, die niet zonder elkaar kunnen functioneren.  

    Denk aan:
    Onderwerp (ow)
    Persoonsvorm (pw) 
    Lijdend voorwerp (lv) 
    Meewerkend Voorwerp (mv) Werkwoordelijk Gezegde (wg)  Bijwoordelijke Bepaling (bwb)
    Voorzetselvoorwerp (vv)
    Het verschil
    Grammatica woordsoorten gaan dus om elk woord, grammatica zinsdelen gaat om delen van van de zin. 

    Slide 4 - Tekstslide

    Startopdracht samen (blz. 30)
    Lees de zinnen a en b. Stel dat jij wilt dat de verkoopster het boek geschreven heeft, welke zin zou jij dan gebruiken: a of b?

    a De verkoopster verkocht Anna Woltz een boek van zichzelf.

    b De verkoopster verkocht Anna Woltz een boek van haarzelf.

    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Link

    Aan de slag!
    Wat: opdracht 1, 2 en 4 
    Waar: leerboek (blz. 30)
    Hoe: individueel, in stilte
    Hulp: blokje theorie, mij
    Tijd: 15 minuten 
    Uitkomst: controle lesdoel
    Klaar?: maak online de extra oefenopdrachten!

    timer
    15:00

    Slide 7 - Tekstslide

    Evaluatie
    Kun je nu ...

    ... wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen? 

    Slide 8 - Tekstslide

    Het wederkerend voornaamwoord 'zichzelf' komt alleen voor bij verplicht wederkerende voornaamwoorden.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 9 - Quizvraag

    Wat is geen wederkerend voornaamwoord?
    A
    me
    B
    haar
    C
    je
    D
    zich

    Slide 10 - Quizvraag

    Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een wederkerend voornaamwoord?
    A
    Die broer van jou
    B
    Je bezeert je
    C
    Ik lees ze niet
    D
    Hij heeft geleerd

    Slide 11 - Quizvraag

    Wat is het wederkerend vnw:

    Jullie hebben je vergist in het tijdstip.
    A
    jullie
    B
    je
    C
    jullie + je

    Slide 12 - Quizvraag

    Huiswerk (donderdag)
    1. Leer de theorie over wederkerende en wederkerige vnw (video-uitleg of leerboek blz. 30)

    2. Maak opdracht 1 t/m 4 (af) uit je leerboek (blz. 30)



    Slide 13 - Tekstslide