Communicatieve functies 8 Controlefunctie Les A1

Een rechtvaardiging
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SVTPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een rechtvaardiging

Slide 1 - Tekstslide

De 6 hoofd-emoties
- Angst
- Vreugde
- Bedroefdheid
- Boosheid
- Afschuw
- Verrassing

Slide 2 - Tekstslide

Angst
- rusteloosheid
- zorgelijk
- schrik
- afgrijzen
- hysterie
- paniek

Slide 3 - Tekstslide

Vreugde
- Plezier
- Extase
- Euforie
- Geluk
- Genot
- Enthousiasme

Slide 4 - Tekstslide

Bedroefdheid
- depressie
- ongelukkigheid
- ellende
- weemoed
- wanhoop
- vernedering

Slide 5 - Tekstslide

Boosheid
- woede
- boos
- bitter
- haat
- wrok
- agitatie

Slide 6 - Tekstslide

Verrassing
- Verbazing
- Schrik
- Bevreemding
- Verwondering
- Overrompeld
- Ontsteltenis

Slide 7 - Tekstslide

Afschuw
- Verontwaardigd
- Beledigd
- Walging
- Weerzin
- Minachtend
- Cynisch

Slide 8 - Tekstslide

Controller
Een vriendje van je jongere broertje/ zusje is op visite geweest en heeft de controller van je broertje/ zusje kapot gemaakt.
Hij/ zij is boos en verdrietig.

Slide 9 - Tekstslide

Welke emotie herken je bij je broertje/ zusje?

Slide 10 - Open vraag

Wat zou je tegen je
broertje/ zusje kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Slide 11 - Woordweb

Fiets
Na een middagje winkelen vindt je vriend(in) zijn/ haar fiets kapot terug.

Slide 12 - Tekstslide

Welke emotie herken je bij je vriend(in)?

Slide 13 - Open vraag

Wat zou je tegen je
vriend(in) kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Slide 14 - Woordweb

Mouw
Je vriend(in) heeft van zijn/ haar eerste loon een dure jas gekocht. Je vriend(in) blijft ergens aan haken en zijn/ haar dure jas gaat kapot. 

Slide 15 - Tekstslide

Welke emotie herken je bij je vriend(in)?

Slide 16 - Open vraag

Wat zou je tegen je
vriend(in) kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Slide 17 - Woordweb

Controller deel2
Je broertje/ zusje heeft de 'sloper' gesproken. Deze zegt dat controllers gemakkelijk stuk gaan en dat hij/ zij zich niet zo moet aanstellen.

Slide 18 - Tekstslide

Welke emotie herken je bij je broertje/ zusje?

Slide 19 - Open vraag

Wat zou je tegen je
broertje/ zusje kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video

Testen of je de emotie kan herkennen

Slide 22 - Tekstslide


A
Twijfel
B
Moeheid
C
Walging
D
Geen zin

Slide 23 - Quizvraag


A
Boos
B
Beledigd
C
Moordlustig
D
Het zal wel

Slide 24 - Quizvraag


A
Twijfel
B
Boos
C
Bedreigd
D
Tevreden

Slide 25 - Quizvraag


A
Blij
B
Boos
C
Bedroefd
D
Bang

Slide 26 - Quizvraag


A
Wanhoop
B
Verdriet
C
Schrik
D
Zorgelijk

Slide 27 - Quizvraag


A
Angstig
B
Bang
C
Tevreden
D
Verrassing

Slide 28 - Quizvraag


A
Verrassing
B
Wantrouwen
C
Verdrietig
D
Enthousiasme

Slide 29 - Quizvraag


A
Wantrouwen
B
Radeloos
C
Weetikveel
D
Verdrietig

Slide 30 - Quizvraag


A
Twijfel
B
Gelukkig
C
Gemaakt vrolijk
D
Verdrietig

Slide 31 - Quizvraag


A
Boos
B
Angstig
C
Geïrriteerd
D
Hysterisch

Slide 32 - Quizvraag

Boos
blij
bedroefd
bang
afkeer/walging
verbazing
schaamte
liefde
tevredenheid
Frustratie
teleurstelling

Slide 33 - Sleepvraag