bk/kgt- unit 5 South Africa L5 present perfect

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

2 unit 5 - South Africa

previous lesson 4- reading

vocabulary DIY 

bijwoord < > bijv. naamwoord

today: present perfect

* present = tt (dus tegenwoordige tijd)

* perfect = voltooide tijd

dus: voltooid tegenwoordige tijd. 

present perfect

* dus start in verleden en nu nog effect

* juiste vorm van to have (shit-rule)

* voltooid deelwoord = verb 3 (past participle)

recap

Hoe zat het ook alweer met de bijvoeglijke naamwoorden en de bijwoorden????

The girl walked .... fast.

1. real
2. really

I am a ... driver.

1. careful
2. carefully

My mum sings .... false!

1. incredible
2. incredibly

That's an ...dangerous snake.

1. tremendous
2. tremendously

That fence was ... built.

1. weak
2. weakly

We loved our old dog.
Old =

1. bijwoord
2. bijv. naamwoord

That room is tastefully decorated.
tastefully =

1. bijwoord
2. bijv. naamwoord

She secretly told him the answers.
secretly =

1. bijv. naamwoord
2. bijwoord

The tall burglar was caught very quickly.
quickly =

1. bijv. naamwoord
2. bijwoord

The tall burglar was caught very quickly.
tall =

1. bijv. naamwoord
2. bijwoord

The tall burglar was caught very quickly.
very =

1. bijv. naamwoord
2. bijwoord

And now: start working on your own

BK - L5 p188 ex 6+7+8+9+10

opdr 11 op apart blad en inleveren!

KGT - L5 p196 ex 6+7+8+9

opdr 10 op een apart blad, uitgebreid schrijven en inleveren!

Thijmen: unit 5 eerst opdrachten afmaken van L2, L3 en L4

bijwoord < > bijvoeglijk naamwoord (bijv. nw)

zegt het iets over een mens, dier, ding = bijvoeglijk naamwoord

a girl        - a nice girl

a kitten  - a soft kitten

a car       - a fast car

(girl/ kitten/ car zijn nl zelfst. nw en het woord ervoor zegt er wat extra's over)

bijwoord < > bijvoeglijk naamwoord (bijv. nw)

zegt het iets over een werkwoord (verb) dan is het een bijwoord

(adverb - it adds to the verb..)

- The girl sings nicely. 

- The kitten purs softly 

- The man drove carefully.

bijwoord

* zegt iets over hoe

* zegt iets over het werkwoord

* zegt iets over een ander bijv. nw  

maak je door: 

- woord+ly

bijv. nw

* zegt iets over mens, dier of ding

* dus zegt iets over een zelfstandig naamwoord (waar je de/ het/ een voor kunt zetten)

Are you sure?? Homework done??