Week 3 Medicatie per infuus

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
verpleegkundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie nog over infuus inbrengen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgt iemand medicatie intraveneus?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Zonder lopend infuus:
Vene aanprikken mét of zonder achterlaten venflon
Afhankelijk van éénmalige bolus of vakere toediening
Geen lopend infuus
Driewegkraantje handig

Bij een lopend infuus:
Naast het gewone infuus loopt een ander infuus b.v. een P.C.A. pomp

Als apart infuus:
Medicijnen los je op in een infuuszakje
Dit wordt via een zijlijn gegeven
Andere vloeistoffen lopen op moment van toediening niet



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico`s m.b.t. IV medicatie

Een arts schrijft een patiënt magnesiumsulfaat voor. Het voorschrift luidt: 10 gram intraveneus. Op de te gebruiken ampullen staat 10 g = 10 ml.
De verpleegkundige denkt dat de ampul 1 gram bevat en dat zij tien ampullen moet optrekken voor het infuus.

Door deze rekenfout krijgt de patiënt tienmaal te
veel magnesiumsulfaat binnen en hierdoor krijgt hij hartritmestoornissen.
Altijd je bereiding laten dubbelchecken bij een collega


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico`s m.b.t. IV medicatie
Een patiënt krijgt levobupivacaïne (lokaal anestheticum). Hij moet dit middel via de epiduraalkatheter toegediend krijgen. De patiënt heeft echter meerdere lijnen. 

De verpleegkundige vraagt niet aan een collega om even mee te kijken en haar handelingen te controleren. Zij vergist zich en dient het middel intraveneus toe. Het gevolg is dat deze patiënt hartritmestoornissen krijgt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico`s m.b.t. IV medicatie
Een patiënt is in zijn terminale fase. Om de pijn te bestrijden krijgt hij morfine. De arts schrijft 3,3 ml per uur voor. Een verpleegkundige stelt de pomp echter niet goed in en de patiënt krijgt 33 ml per uur. Door het niet goed instellen van de infuuspomp sterft deze patiënt eerder dan verwacht. Hierdoor kan zijn vrouw geen afscheid meer van hem nemen. En dat vindt zij heel erg. 

Het ging mis door verschillende factoren. Zo was het schemerig in de kamer, de verpleegkundige werd afgeleid, de pomp kende geen dubbele invoer en er werd geen tweede controle gedaan door een collega.

Laat de pompstand controleren!


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen via perfusor/spuitpomp


Met een spuitpomp kan heel precies medicatie intra veneus of epiduraal worden toegediend. Men geeft ook minder vocht dan met een gewoon infuus. Dit kan om allerlei medische redenen gewenst zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekeningen met perfusor:

Op het display wordt het aantal milliliters per uur aangegeven. Dit noemen we de stand van de pomp.
In de praktijk zal er zoveel mogelijk met logische verhoudingen worden gewerkt, om denkfouten en rekenfouten te voorkomen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1
In een spuitpomp wordt 50 mg prednisolon opgelost in 50 ml fysiologisch zout. Dit betekent dat de verhouding 1 : 1 is >> in elke milliliter Fys. Zout zit 1 mg medicijn.
Als nu de pomp op stand 1 wordt gezet, krijgt de zorgvrager 1 ml per uur en dus ook 1 mg medicijn per uur.
Het is dus belangrijk om te weten in welke verhouding er is opgelost. Reken dus eerst uit hoeveel medicijn er in 1 ml vocht is opgelost:


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als vervolgens de stand van de pomp op 5 wordt gezet, betekent dit in ons voorbeeld dat de zorgvrager 5 ml fys. zout per uur krijgt met daarin opgelost ook 5 mg prednisolon.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
In een perfusorpomp is 50.000IE heparine opgelost in 50 ml fys zout. Bereken weer eerst wat er in 1 ml zit:

Hoeveelheid medicijn gedeeld door de hoeveelheid vloeistof => 50.000 : 50 = 1000 IE/ml
Er zit dus in elke milliliter fys zout is 1000 IE Heparine opgelost.

Als nu de stand van de pomp op 1 staat zal de zorgvrager 1000 IE heparine krijgen.
En als de stand van de pomp op 5 staat, zal de zorgvrager 5x zoveel krijgen: 5000 IE

Om dit inzichtelijk te maken, kun je eventueel een verhoudingstabel maken: wat je met het ene getal doet, moet je ook met het andere getal doen. In dit voorbeeld: als je het aantal ml x5 doet, dan doe je dat ook met de hoeveelheid medicijn:



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms moet je medicatie via een recept klaarmaken en dan komt het met de verhoudingen niet zo mooi uit.
Bijvoorbeeld 50 mg oplossen in 30 ml. Als de arts voorschrijft 4 mg per uur.
De pompen kun je tegenwoordig op 2 decimalen instellen. Berekening is dan vrijwel hetzelfde als bij injecteren:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorschrift arts: 20 IE insuline/uur.
Ampul: 100 IE insuline/ 1 ml.

Verdunnen: in NaCl tot totaal 50 ml.
.
Bereken verdunning:
1 ml insuline bevat 100 IE.
Als je 100 IE (= 1 ml) in een spuit doet en dit aanvult met NaCl tot 50 ml,
dan bevat de oplossing: 100 IE / 50 ml = 2 IE/ml.

 Bereken pompsnelheid:
De patiënt moet 20 IE/uur → 20 ÷ 2 = 10 ml/uur instellen.

Antwoord: 1 ml insuline + 49 ml NaCl → pomp op 10 ml/uur.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorschrift arts: 80 mg furosemide in 4 uur.

Ampul: 20 mg/ml.

Verdunnen: in NaCl tot totaal 50 ml.
Bereken benodigde dosis in ml:
80 mg ÷ 20 mg/ml = 4 ml Lasix nodig.
Verdunnen:
4 ml Lasix + 46 ml NaCl = totaal 50 ml: je hebt nu 80mg lasix in de spuit.
Bereken pompsnelheid:
Tijd = 4 uur
50 ml in 4 uur = 50 ÷ 4 = 12,5 ml/uur.

Antwoord: 4 ml Lasix + 46 ml NaCl → pomp op 12,5 ml/uur.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorschrift arts: 1 g antibioticum in 12 uur.

Flacon: 500 mg poeder → oplossen in 10 ml = 50 mg/ml.

Stap 1. Bereken benodigde dosis in ml:
1 g = 1000 mg.
1000 mg ÷ 50 mg/ml = 20 ml antibioticum nodig.
Stap 2. Verdunnen:
20 ml antibioticum + 38 ml NaCl = totaal 48 ml: er zit nu 1000 mg in de spuit.
Stap 3. Bereken pompsnelheid:
48 ml : 12 uur  = 4 ml/uur.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

1. 83,3 ml/per uur

Opdracht : medisch rekenen

Slide 26 - Tekstslide

Zonder lopend infuus:
Vene aanprikken mét of zonder achterlaten venflon
Afhankelijk van éénmalige bolus of vakere toediening

Geen lopend infuus
Driewegkraantje handig
Bij een lopend infuus:
Naast het gewone infuus loopt een ander infuus b.v. een P.C.A. pomp


Ik weet nu meer over medicatie per infuus?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder Lesinhoud  
volgende keer 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie nog over medicatie per infuus?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem eens 3 verschillen tussen een perifeer infuus en een centraal infuus.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke aandachtspunten bij verwijderen
  • Houding plat/rugligging/Trendelenburg
  • Katheter verwijderen bij uitademing, minder kans op luchtembolie
  • Insteekopening 10 min afdrukken, steriel afdekken.
  • Katheterpunt kweken.



Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu meer over bijzondere infusen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

Deze slide heeft geen instructies