Paragraaf 3.3 - Schakelingen

lesplanning

1- opfrissen vorig les                                               5 min
2- verder met H6.3: theorie/practicum:       50 min
3-Afronden                                                                   5 min
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

lesplanning

1- opfrissen vorig les                                               5 min
2- verder met H6.3: theorie/practicum:       50 min
3-Afronden                                                                   5 min

Slide 1 - Tekstslide

H6.3 - Schakelingen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 6.3

  • Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen. 
  • Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling. 
  • je kunt ampèremeter en voltmeter in een serie en parallel schakeling aansluiten
  • je kunt serieschakeling en parallel schakeling zelf bouwen

Slide 3 - Tekstslide

doel van deze les:
1- Ampèremeter in serie schakeling tekenen
2- Ampèremeter in serieschakeling zelf bouwen
3- Parallel schakeling tekenen
4-Parallel schakeling zelf bouwen

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurd er als je 1 lamp los draait in serie schakeling?
A
er gebeurd niets
B
de lampjes bliven branden
C
1 lamp blijft branden
D
alle lampen gaan uit

Slide 5 - Quizvraag

Wat geeft dit symbool aan
A
Stoommeter
B
Lamp
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 6 - Quizvraag

Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Lamp
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 7 - Quizvraag

Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Lamp
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 8 - Quizvraag

Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Open schakelaar
C
Dicht schakelaar
D
Bel

Slide 9 - Quizvraag

Je ziet een schakelschema met een batterij, twee lampjes en een schakelaar.
Brandt lampje 1?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Je ziet vier symbolen voor schakelschema's. 
Sleep de naam van het onderdeel onder het juiste symbool.
Batterij
Schakelaar
Snoer
Lampje

Slide 11 - Sleepvraag

2- Stroomsterkte in een serieschakeling
De stroomsterkte in een serieschakeling is overal even groot. Het maakt niet uit waar je de stroomsterkte meet: tussen de batterij en het eerste lampje, tussen het eerste en het tweede lampje, tussen het tweede en het derde lampje of tussen het derde lampje en de batterij. Je krijgt steeds dezelfde meetwaarde.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ampèremeter aansluiten in serie schakeling

Teken een schakeling van 3 lampjes, 1 schakelaar en 1 ampèremeter naast je eerste lamp. 


Slide 14 - Tekstslide

Ampèremeter in serieschakeling bouwen

1- Bouw een schakeling van 3 lampjes, 1 schakelaar en 1 ampèremeter naast je eerste lamp. Lees de stroomsterkte af
2- Doe je ampèremeter naast de tweede lamp, Lees de stroomsterkte af
3- Doe je ampèremeter naast je deerde lamp. Lees de stroomsterkte af

Slide 15 - Tekstslide

wat is je conclusie?
A
overal even groot
B
stroomsterkte naast tweede lamp groter is dan naast de eerste lamp
C
Stroomsterkte naast derde lamp groter is dan naast de tweede lamp

Slide 16 - Quizvraag

Parallelschakelingen 
 
In het volgende figuur zie je een parallelschakeling. De schakeling vertakt zich om elk lampje apart van elektrische energie te kunnen voorzien. Elke vertakking is, samen met de batterij, een aparte stroomkring.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Klik op de volgende dia.
teken een parallelschakeling. met minimaal 3 lampjes.
Als deze klaar is laat je dit controleren en bewaar deze voor een volgende opdracht, dus niet weg klikken.

Slide 19 - Tekstslide

Je gebruikt nu paralelschakeling uit de vorige opdracht. 
 Nog even bewaren.

Slide 20 - Tekstslide

Wat gebeurd er als je 1 lampje uit de stroomkring haalt? in schakelt?
A
er gebeurd niets
B
2 lampjes blijven branden
C
alle lampjes gaan uit

Slide 21 - Quizvraag

Stroomsterkte in een parallelschakeling
In een parallelschakeling kun je elk lampje apart aan en uit doen. Dat is handig. Daarom worden lampen vaak parallel geschakeld. Als een lamp doorbrandt, blijven de andere gewoon branden. In een serieschakeling is dat onmogelijk: of de lampen branden allemaal, of ze zijn allemaal uit. 

Slide 22 - Tekstslide

Parallelschakeling bouwen
1- Bouw een schakeling van 3 lampjes,
2- Doe je ampèremeter naast de eerste lamp, Lees de stroomsterkte af
3- Doe je ampèremeter naast de tweede lamp. Lees de stroomsterkte af
4- Doe je ampèremeter naast de tweede lamp. Lees de stroomsterkte af

Slide 23 - Tekstslide

wat is je conclusie?
A
overal even groot
B
stroomsterkte naast tweede lamp groter is dan naast de eerste lamp
C
Stroomsterkte naast eerste lamp groter is dan de andren

Slide 24 - Quizvraag

Koppel de tekening aan een van de twee soorten schakelingen.
Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 25 - Sleepvraag

Je ziet een schakelschema met een batterij, twee lampjes en een schakelaar.
Brandt lampje 1?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Je ziet een schakelschema met een batterij, twee lampjes en een schakelaar.
Brandt lampje 1?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Je ziet een schakelschema met een batterij, twee lampjes en een schakelaar.
Brandt lampje 2?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

In een serieschakeling is de stroomsterkte ........
A
Over al hetzelfde
B
Verdeeld over de verschillende vertakkingen

Slide 29 - Quizvraag

In een parallelschakeling is de stroomsterkte ............
A
Overal hetzelfde
B
Verdeeld over de verschillende vertakkingen

Slide 30 - Quizvraag