Ovaria en testes

Ovaria, testes en de hormoonhuishouding in deze organen


Gilian, Amber en Marlou
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ovaria, testes en de hormoonhuishouding in deze organen


Gilian, Amber en Marlou

Slide 1 - Tekstslide

Hoe worden de ovaria ook wel genoemd?
A
eileiders
B
baarmoeder
C
eierstokken
D
vagina

Slide 2 - Quizvraag

Welke functies hebben de ovaria?
A
rijping van de eifollikel en de rijpe eifollikel vervoeren naar de baarmoeder
B
baarmoeder klaar maken voor zwangerschap en rijping van de eifollikel
C
aanmaak van vrouwelijke geslachtshormonen en vervoer van de rijpe eifollikel
D
aanmaak vrouwelijke geslachtshormonen en rijping van de eifollikel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van de ovariële cyclus?
A
de rijping van een eifollikel
B
het produceren van vrouwelijke geslachtshormonen
C
de aanmaak van een eifollikel
D
de baarmoeder gereed maken voor zwangerschap

Slide 4 - Quizvraag

Welke hormonen maken de ovaria aan?
A
testosteron en progesteron
B
oestrogeen en testosteron
C
oestrogeen en progesteron
D
Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) en oestrogeen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Ovaria, wat zijn dat?
De ovaria, oftewel de eierstokken, zijn onderdeel van de vrouwelijke geslachtsorganen.
Een vrouw heeft 2 eierstokken, een links en een rechts van de baarmoeder. De eierstokken zijn klieren en hebben 2 functies. Ze produceren eicellen en vrouwelijke geslachtshormonen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een ovariële cyclus?
Iedere 28 dagen heeft een vrouw haar menstruele cyclus. De menstruatie cyclus heeft als doel de baarmoeder gereed te maken voor de eventuele innesteling van een bevruchte eicel.
Waar veel mensen echter niet bewust van zijn, is dat een vrouw nog een cyclus heeft van 28 dagen, de ovariële cyclus. Deze cyclus heeft als doel om een eifollikel te laten rijpen, gevolgd door een eisprong. De eisprong is het moment dat de rijpe eicel in de baarmoeder terecht komt.

Slide 8 - Tekstslide

Verschillen en verbanden tussen cycli

  • Beide cyclussen hebben hun eigen functie maar met een gezamenlijk doel. Het doel is namelijk dat er een zwangerschap plaats kan vinden. 
  • De cyclussen hebben beiden 28 dagen. De 28 dagen hebben beiden hun eigen agenda maar zijn wel afhankelijk van elkaar. 
  • Om dit proces goed te laten verlopen communiceren ze als het ware met elkaar door hormonen. De afgifte van verschillende hormonen zorgt ervoor dat alles op het juiste moment gebeurd. 

Slide 9 - Tekstslide

Ovariële cyclus 
  • Begint met de rijping van een eifollikel. Een eifollikel is een blaasje met een onrijpe eicel. 
  • Wordt in gang gezet door het Follikel Stimulerend Hormoon (FSH). Dit hormoon komt vanuit de hypofyse voorkwab naar de eierstokken.  Het hormoon zorgt ervoor dat de onrijpe eicel uiteindelijk een rijpe eicel wordt. 
  • Als de eifollikels aan het rijpen zijn beginnen zij het hormoon oestrogeen te produceren. Oestrogeen is dus een hormoon dat in de vrouwelijke geslachtsklieren ontstaat. 

Slide 10 - Tekstslide

Ovariële cyclus (vervolg)
  • De hoeveelheid oestrogeen blijft nog even toenemen, dit geeft de Hypofyse voorkwab het signaal dat het kan beginnen met het afgeven van het Luteiniserende hormoon. 
  • Dit hormoon zorgt voor de complete rijping van de eifollikel en zorgt er daarna voor dat er een eisprong plaatsvind.
  • Na de eisprong is de ovariele cyclus afgerond. 
  • Na de ovariele cyclus begint de aanmaak van het hormoon progesteron. Dit hormoon ontstaat ook in de vrouwelijke geslachtsklieren, maar heeft een groter aandeel in de menstruatie cyclus

Slide 11 - Tekstslide

Een ander woord voor testes is?
A
prostaat
B
bijballen
C
zaadleiders
D
zaadballen

Slide 12 - Quizvraag

Waar wordt het follikelstimulerend hormoon (FSH) geproduceerd bij de man?
A
Scrotum
B
Zaadblaasjes
C
Prostaat
D
Hypofysevoorkwab

Slide 13 - Quizvraag


Wat stimuleert het FSH?
A
De aanmaak en rijpen van zaadcellen
B
Het hormoon zorgt ervoor dat er een ejaculatie plaats kan vinden
C
Helpt een man een erectie te krijgen en te behouden
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 14 - Quizvraag

Bij mannen stimuleert de hypofysevoorkwab de:
A
Follikelstimulerend hormoon (FSH)
B
Zowel LH, als FSH
C
Luteïniserend hormoon (LH)
D
Geen van beiden

Slide 15 - Quizvraag

Het geslachtshormoon Testosteron stimuleert
A
Zaadontwikkeling
B
Werking van de zaadblaasjes
C
Prostaat
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Testes, wat zijn dat?
Testes ofwel zaadballen zijn onderdeel van de mannelijke geslachtsorganen. Een man heeft 2 zaadballen, in deze zaadballen worden zaadcellen geproduceerd.

Slide 18 - Tekstslide

FSH en LH
In de hypofysevoorkwab worden follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH) geproduceerd.  FSH stimuleert de zaadballen tot het aanmaken en de rijping van de zaadcellen. LH wordt ook wel het interstitiële cellen stimulerend hormoon genoemd (ICSM) ICSM activeert de interstitiële cellen (cellen van Leydig) in de zaadballen tot de vorming van het mannelijk geslachthormoon testosteron. 

Slide 19 - Tekstslide

Testosteron
Testosteron is het mannelijke geslachtshormoon. Het woord is een samenstelling van de woorden testis en steroïde. Zorgt bij de man voor baardgroei, lichaamsbeharing, meer spiermassa. Het is ook nodig om seksueel opgewonden te raken.  

Slide 20 - Tekstslide

Heb je wat geleerd van onze presentatie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll