A1A Woordsoorten H4 ww


timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:

Ik kan / weet:
  • de verschillende soorten werkwoorden in een zin herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Zelfstandig werkwoord
  • Een zww geeft een handeling aan ('iets doen').
  • Als er één werkwoord in de zin staat dat een handeling aangeeft, dan is dat het zelfstandige werkwoord.
  • Als er meer werkwoorden zijn, staat het zww achter in de zin.
  • Er staat altijd maar 1 zww in de zin.
  • Het zww is onmisbaar voor de zin. 

Slide 4 - Tekstslide

Mama versiert de kamer.
Ik voetbal het allerliefste met mijn vrienden.

Slide 5 - Tekstslide

Hulpwerkwoord (hww)
  • Als je in de zin het zww hebt gevonden en er staan nog meer werkwoorden in deze zin, dan zijn dat hulpwerkwoorden.
  • Hulpwerkwoorden "helpen" het zww.
  • Een hww staat nooit alleen in een zin.

Slide 6 - Tekstslide

Het hulpwerkwoord (hww)
Trucjes:

Het hulpwerkwoord kun je weglaten uit de zin.
Als er meer werkwoorden in de zin staan, dan is de pv altijd het hulpwerkwoord.


Slide 7 - Tekstslide

hulpwerkwoord (hww)
Jan heeft gefietst.


hww: heeft
zww: gefietst




Slide 8 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
  • Als een zin gaat over iets zijn, (naamwoordelijk gezegde) en hierin staat maar één werkwoord, dan is dat een koppelwerkwoord (kww).
  • Een kww koppelt een eigenschap aan het onderwerp.
  • Als er meerdere werkwoorden in de zin staan, staat het kww altijd achter in de zin. De andere werkwoorden zijn dan hulpwerkwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de kww?
Schrijf op... 

Slide 10 - Tekstslide

De koppelwerkwoorden zijn:

  • zijn
  • worden
  • blijven
  • blijken
  • lijken
  • schijnen
De volgende kww komen minder vaak voor:


  • heten
  • dunken
  • voorkomen

Slide 11 - Tekstslide

Iemand DOET iets

- zelfstandig ww
- hulpwerkwoord
Iemand IS iets

- koppelwerkwoord
- hulpwerkwoord

Slide 12 - Tekstslide

Wat nu?
We maken van hoofdstuk 4 grammatica woordsoorten, de startopdracht en opdracht 1 en 2.
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heb je gewerkt?
A
:)
B
:|
C
:(

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk


H4 woordsoorten: blz. 120-121 
maken opdracht 1 t/m 4








Slide 15 - Tekstslide