Beeldaspect Compositie oefenvragen
1 / 38
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat is compositie?
A
Vlakverdeling
B
Contrast
C
Koploper
D
Ordening
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Welke compositie zie je?
A
Centrale compositie
B
Overall compositie
C
Driehoeks compositie
D
Diagonale compositie
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat voor compositie is dit?
A
Driehoeks compositie
B
Centrale compositie
C
Diagonale compositie
D
Overall compositie
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Er is ingezoomd, welk begrip hoort hier níét bij?
A
Inkaderen
B
Kadreren
C
Overlapping
D
Uitsnede
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
De compositie van dit schilderij is:
A
Statisch
B
Dynamisch
C
Monochroom
D
Polychroom
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Wat is dit voor compositie?
A
Beweging compositie
B
Centrale compositie
C
Overall compositie
D
Driehoeks compositie
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat voor een compositie is dit?
A
Overall compositie
B
Diagonale compositie
C
Symmetrische compositie
D
Centrale compositie
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Hoe noem je een denkbeeldige lijn die het vlak verdeelt?
A
De rode draad
B
Grenslijn
C
Snij-lijn
D
Beeld-as
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
In deze compositie zie je zowel herhaling als ritme
A
Alleen herhaling
B
Alleen ritme
C
Beide
D
Allebei niet
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de compositie?
A
Centrale compositie
B
Overall compositie
C
Horizontale compositie
D
Driehoeks compositie
Slide 32 - Quizvraag
De compositie van dit schilderij is statisch want:
A
De ordening van lijnen en vlakken gaan in dezelfde richting
B
Er zijn verschillende kleuren gebruikt
C
Een schilderij kan niet bewegen
D
De vormen zijn gelijkmatig verdeeld
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Welke grondvorm zie je in deze compositie?
A
Rechthoek
B
Driehoek
C
Ovaal
D
Vierkant
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Wat is het doel van de driehoeken in de compositie?
A
Spanning opbouwen en de aandacht richten
B
Verwijzen naar abstracte kunst
C
Een rustig evenwichtig beeld creëren
D
Symmetrie in het beeld brengen
