In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Gesprekstechnieken
Slide 1 - Tekstslide
Geef één voorbeeld van een vooroordeel
Slide 2 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
kijk opdracht
Hoe coderen en decoderen de meisjes uit het filmpje?
Wanneer gaat het goed? Hoe komt dat?
Wanneer gaat er iets mis? Hoe komt dat?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Interne ruis
De zender articuleert niet goed of spreekt een andere taal dan de ontvanger of de ontvanger vat iets anders op dan de zender dat bedoelde.
De zender kan er bijvoorbeeld vanuit gaan dat de ontvanger goed op de hoogte is, terwijl dat niet zo is. De zender geeft dan een boodschap die de ontvanger niet begrijpt. Ook als de zender of ontvanger een kater van een avondje stappen heeft, zorgt dat voor interne ruis.
Slide 20 - Tekstslide
voorbeeld externe ruis
Denk hierbij aan omgevingslawaai. Bijvoorbeeld een bellende collega, sms-taal, het dialect van iemand of een té extravagante outfit, die afleid van wat er gezegd
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
oefening luisteren
Slide 27 - Tekstslide
LSD - gesprekstechniek
Een gesprek voeren op je stage of werk bestaat uit:
Luisteren: actief
Samenvatten
Doorvragen
Slide 28 - Tekstslide
Functie actief luisteren
Actief luisteren:
1. aankijken tijdens het gesprek
2. knikken
3. interesse tonen met je houding, rechtop zitten
Slide 29 - Tekstslide
tussendoor samenvatten
Geef tijdens het gesprek tussendoor even een korte samenvatting
Slide 30 - Tekstslide
functie samenvatten
Je checkt of je de ander goed begrijpt
je helpt om de rode draad vast te houden
je stelt de ander gerust: 'ik luister echt naar je'
Je bouwt een brug naar het volgende onderwerp
Slide 31 - Tekstslide
Doorvragen
Vaak moet je tijdens een gesprek doorvragen om alle informatie te krijgen en deze goed te begrijpen