herhaling voor toets 31 mei

herhalingsles vwo 1
4.1, 4.2, 4.3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

herhalingsles vwo 1
4.1, 4.2, 4.3

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
bespreken opdracht 9 en 10
oefenen betrouwbaarheid van bronnen

Slide 2 - Tekstslide

ca 1105. Boekverluchtiging Graduale door Thiofrid van Echternach
Frankrijk, Parijs, Bibliothèque Nationale.

Slide 3 - Tekstslide

tekening bij boek Wie is Willibrord? uit 2009

historici deden onderzoek naar Willibrord. 

Slide 4 - Tekstslide

welke afbeelding is betrouwbaarder als je kijkt naar wanneer deze is gemaakt?

Slide 5 - Poll

welke afbeelding is betrouwbaarder als je kijkt naar hoe de maker aan de informatie is gekomen?

Slide 6 - Poll

welke afbeelding is betrouwbaarder als je kijkt naar de bedoeling van de maker?

Slide 7 - Poll

Clovis verenigt de Franken
Volks
verhuizingen
Na dood van Clovis valt het rijk uiteen
Hofmeiers  krijgen meer macht
Franken worden het sterkst na lange strijd
Pepijn de Korte wordt koning
Karel de Grote wordt keizer
Slag bij Poitiers

Slide 8 - Sleepvraag

monniken
natuurgoden
kloosters
saksen en friezen
frankische koningen
missionarissen

Slide 9 - Sleepvraag

Lees de bron.

Welke conclusie kun je trekken over de verhouding tussen leenheer en leenman?

Kies het juiste antwoord.

Bron

Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.

Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st

Slide 10 - Tekstslide


A
De leenman was altijd afhankelijk van zijn leenheer.
B
De verhouding tussen leenheer en leenman was gebaseerd op wederzijdse verplichtingen.
C
Leenheer en leenman waren onafhankelijk van elkaar en gebonden door een eed van trouw.
D
De leenman kreeg alleen een leen van de leenheer als hij een eed van trouw aflegde aan de leenheer.

Slide 11 - Quizvraag

Lees de bron nog een keer. Hoe betrouwbaar is de bron als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen? 

Bron

Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.

Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st

Slide 12 - Tekstslide


A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 13 - Quizvraag

Lees de bron.

Is dit een betrouwbare bron als je let op de bedoeling van de maker?
Kies het juiste antwoord.

Bron
In Herxheim behoren 254 stukken land tot ploegland van het domein, 40 weilanden en 40 vaten wijn. Er zijn 9 boerderijen, waarvan elk 4 keer per jaar twee weken dienst moet doen en 1 keer per week 1 dag dienst. Zij moeten 3 stukken grond beploegen in de herfst en 2 stukken grond ploegen in de lente. 6 van hen moeten elk jaar een vet varken leveren of 15 vaten wijn. De andere 3 moeten 30 denarii betalen en graan en hooi ophalen. Drie keer per jaar moeten zij met hun ploeg naar het klooster. Met Pasen moet elke boerderij 1 varkentje leveren of 9 denarii betalen, 5 kippen en 15 eieren. De vrouwen moeten een ½ linnen doek maken met speciaal garen of 1 solidus betalen. Verder moet er 1 koe naar het leger en 1 man.
Naar: Inventarislijst uit 818-819 van het domein Wissembourg, gelegen in Noord-Frankrijk, in de Elzas.






Slide 14 - Tekstslide

als ik kijk naar de bedoeling van de maker van de bron, is de bron
A
betrouwbaar, want de maker doet zijn best om zoveel mogelijk mensen herendiensten te laten verrichten.
B
betrouwbaar, want de maker wil een opsomming geven van de eigendommen van de heer en de plichten van de horigen.
C
onbetrouwbaar, want de maker zal zelf geen horige geweest zijn en dus is de bron niet betrouwbaar.
D
onbetrouwbaar, want de maker zal in opdracht van de heer handelen en waarschijnlijk fouten maken ten gunste van de heer.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

als je weet dat de maker van deze kaart uit Israel komt, maakt de bedoeling van de maker van de bron deze bron
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 17 - Quizvraag