herhaling voor toets 31 mei

herhalingsles vwo 1
4.1, 4.2, 4.3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

herhalingsles vwo 1
4.1, 4.2, 4.3

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
oefenen betrouwbaarheid van bronnen

Slide 2 - Tekstslide

Tips voor te leren
Betrouwbaarheid van bronnen.
Je moet kunnen uitleggen welke vragen je moet stellen om de betrouwbaarheid van een bron te bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Leer de begrippen.
Kijk ook goed naar oorzaak - gevolg en chronologie.
Leer de leerdoelen die Mevrouw van de Ven heeft gestuurd.

Slide 4 - Tekstslide

Met behulp van welke vragen kun je de betrouwbaarheid van een bron controleren?
A
Wanneer is de bron gemaakt?
B
Door wie is de bron gemaakt?
C
Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
D
Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Slide 5 - Quizvraag

ca 1105. Boekverluchtiging Graduale door Thiofrid van Echternach
Frankrijk, Parijs, Bibliothèque Nationale.

Slide 6 - Tekstslide

tekening bij boek Wie is Willibrord? uit 2009

historici deden onderzoek naar Willibrord. 

Slide 7 - Tekstslide

welke afbeelding is betrouwbaarder als je kijkt naar wanneer deze is gemaakt?

Slide 8 - Poll

welke afbeelding is betrouwbaarder als je kijkt naar hoe de maker aan de informatie is gekomen?

Slide 9 - Poll

welke afbeelding is betrouwbaarder als je kijkt naar de bedoeling van de maker?

Slide 10 - Poll

Clovis verenigt de Franken
Volks
verhuizingen
Na dood van Clovis valt het rijk uiteen
Hofmeiers  krijgen meer macht
Franken worden het sterkst na lange strijd
Pepijn de Korte wordt koning
Karel de Grote wordt keizer
Slag bij Poitiers

Slide 11 - Sleepvraag

In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk de schilderijen. Ze gaan over de kroning van Karel. Klik op de oogjes en sleep ze naar het juiste schilderij. Sommige oogjes kunnen bij beide schilderijen horen.
Betrouwbaarheid van bronnen
Het ziet er echt uit.
Gemaakt tussen 1350 en 1400
Gemaakt tussen 1850 en 1900
Het ziet er mooier uit dan het misschien wel echt was.
De gezichten lijken niet zo echt.
Ik zie veel gebeuren.
Er is geen mooie achtergrond.
Het schilderij lijkt te leven.

Slide 13 - Sleepvraag

Leenstelsel
Hofstelsel
Geloof
vazal
Missionaris
Autarkie
Rooms-Katholiek
Geestelijke
Horige
Leenheer

Slide 14 - Sleepvraag

Wie was Karel de Grote?
A
Hij was koning van de Friezen.
B
Hij was koning van de Franken.
C
Hij was koning van de Romeinen
D
Hij was koning van de Saksen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het nadeel van het bestuur van Karel de Grote?

Slide 16 - Open vraag

1. Missionarissen zijn zendelingen
2. Romeinen kenden veel missionarissen.
A
Zin 1 en 2 zijn goed
B
Zin 1 en 2 zijn fout
C
1 = fout en 2 = goed
D
1 = goed en 2 = fout

Slide 17 - Quizvraag

Twee bekende missionarissen zijn:
A
Bonifatius en Willibrord
B
Bonifatius en Clovis
C
Clovis en Willibrord
D
Bonifatius en Paus Leo III

Slide 18 - Quizvraag

Hoe probeerden missionarissen een volk christen te maken.
A
Altijd met geweld en met behulp van soldaten van koningen.
B
Heilige bomen omhakken, overtuigend, zo weinig mogelijk geweld en hulp van koningen.
C
Kerken in de brand steken om zo mensen te overtuigen.

Slide 19 - Quizvraag

Lees de bron.

Welke conclusie kun je trekken over de verhouding tussen leenheer en leenman?

Kies het juiste antwoord.

Bron

Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.

Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st

Slide 20 - Tekstslide


A
De leenman was altijd afhankelijk van zijn leenheer.
B
De verhouding tussen leenheer en leenman was gebaseerd op wederzijdse verplichtingen.
C
Leenheer en leenman waren onafhankelijk van elkaar en gebonden door een eed van trouw.
D
De leenman kreeg alleen een leen van de leenheer als hij een eed van trouw aflegde aan de leenheer.

Slide 21 - Quizvraag

Missionaris
Privileges
Herendiensten
Heidenen
Iemand met de opdracht om het christendom te verspreiden
Onbetaald werk voor de heer
Voorrechten
Iemand waarvan gezegd wordt dat hij/zij niet het goede geloof heeft

Slide 22 - Sleepvraag

Lees de bron nog een keer. Hoe betrouwbaar is de bron als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen? 

Bron

Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.

Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st

Slide 23 - Tekstslide


A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 24 - Quizvraag

monniken
natuurgoden
kloosters
saksen en friezen
frankische koningen
missionarissen

Slide 25 - Sleepvraag

Lees de bron.

Is dit een betrouwbare bron als je let op de bedoeling van de maker?
Kies het juiste antwoord.

Bron
In Herxheim behoren 254 stukken land tot ploegland van het domein, 40 weilanden en 40 vaten wijn. Er zijn 9 boerderijen, waarvan elk 4 keer per jaar twee weken dienst moet doen en 1 keer per week 1 dag dienst. Zij moeten 3 stukken grond beploegen in de herfst en 2 stukken grond ploegen in de lente. 6 van hen moeten elk jaar een vet varken leveren of 15 vaten wijn. De andere 3 moeten 30 denarii betalen en graan en hooi ophalen. Drie keer per jaar moeten zij met hun ploeg naar het klooster. Met Pasen moet elke boerderij 1 varkentje leveren of 9 denarii betalen, 5 kippen en 15 eieren. De vrouwen moeten een ½ linnen doek maken met speciaal garen of 1 solidus betalen. Verder moet er 1 koe naar het leger en 1 man.
Naar: Inventarislijst uit 818-819 van het domein Wissembourg, gelegen in Noord-Frankrijk, in de Elzas.






Slide 26 - Tekstslide

als ik kijk naar de bedoeling van de maker van de bron, is de bron
A
betrouwbaar, want de maker doet zijn best om zoveel mogelijk mensen herendiensten te laten verrichten.
B
betrouwbaar, want de maker wil een opsomming geven van de eigendommen van de heer en de plichten van de horigen.
C
onbetrouwbaar, want de maker zal zelf geen horige geweest zijn en dus is de bron niet betrouwbaar.
D
onbetrouwbaar, want de maker zal in opdracht van de heer handelen en waarschijnlijk fouten maken ten gunste van de heer.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

als je weet dat de maker van deze kaart uit Israel komt, maakt de bedoeling van de maker van de bron deze bron
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 29 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Woordweb